maandag 19 augustus 2013

Ingewikkelde humor

Er is niets mis met gewelddadige humor. Hebben mensen er talent voor, zeg maar Hans, Hans Teeuwen, dan herken je de man en stel je jezelf in de lachstand. Hebben ze geen talent voor humor, dan is het nog makkelijker. De humor is herkenbaar als Fremdkörper en je weet dat medelijden en een gesimuleerde welwillende lach op hun plaats zijn.

Het wordt anders wanneer de humor zijn plaats verlaat en gaat zwerven. Beatrice de Graaf liet bij Zomergasten fragmenten zien van terroristen die leuke liedjes zingen en van relativeren houden voordat ze zichzelf exploderen. Stalin hield van Amerikaanse comics. Wat je hier kan redden is het besef van afstand. Er zijn meer terroristen in Jemen dan in mijn straatje, Stalin is alweer een tijdje terug.

Nog weer een stapje moeilijker. Want we zitten in een oefening in wat ik zoal meemaak! We kennen allemaal vrienden die hun humor weten vol te houden in moeilijke gesprekken, serieuze situaties. Die in komische toonzetting serieuze beweringen doen en intieme dingen tegen de straat roepen. Ze leggen met hun humor hoogst interessante verbindingen, mésalliances. Ze zijn gidsen die ons naar de komische, lege kern van de existentie voeren, die misschien wel de grootste volheid is. Mystici zijn het, gelovigen.

Dat we niet weten hoe we op hen moeten reageren, behalve misplaatst, of afwerend, heeft met onszelf te maken. Daarom nu het moeilijkste van de oefening. Mezelf. Ik ben er ook zoëen, eentje die serieus en humor graag vermengt. Niet van de expressieve soort, eerder van de verborgen, soms de laffe, soms de mystieke, soms de subtiele, altijd de onzekere soort. Mijn humor is zo ingesleten dat ik vaak even moet nadenken of mijn bewering serieus of grappig bedoeld is. Laat staan dat hij voor anderen herkenbaar is, toch de minimumvoorwaarde om erom te kunnen lachen.

Ja mensen, er bestaat dus (misschien) humor zonder nut, humor die ons in de weg zit. Hij is gewelddadig niet omdat hij zwerft maar omdat hij thuis is. Als een parasiet die zich invreet in de meest serieuze gedachten die bij ons opkomen. Ingewikkelde humor, ingewikkeld als een rottende mummie.

Voorbeelden wil je, lezer?

Nou, als er één voorbeeld is waarop deze overweging van toepassing is, dan is het wel dit sarcastische 'Voorbeelden wil je, lezer?' Alsof die lezer niet kan doordringen tot mijn betoog en daarom snoepjes toegeworpen moet krijgen. Alsof de lezer denkt dat abstracte beweringen niet grappig kunnen zijn. Nee, mijn vraag is dus niet grappig, bij nader inzien...







dinsdag 13 augustus 2013

Weg van de meesters

Op een of andere manier ben ik slachtoffer geworden van het complex dat grote creatieve mensen loyaliteit verdienen. En krediet. En altijd gelijk hebben. Debet daaraan is wellicht de pubergewoonte om topdries te maken.

Zo kwam ik bij Beethoven uit, en (via Sartre, Lyotard en Bachtin) bij Derrida.

Je kunt blijven proberen te ontsnappen aan de greep der groten. Een lastige oefening!

Je kunt ook gewoon aan je meester vragen wat je moet doen. Zo kun je dankzij Beethoven Cherubini gaan luisteren, want Beethoven vond Cherubini goed.

Zo heb ik het stukje gelezen dat Derrida schreef over Deleuze en mocht toen Mille Plateaux lezen. Sowieso al een prima stap, want hij wordt ook bezongen door Sloterdijk, en je komt al meteen in de meervoudigheid omdat Deleuze ook Guattari bij zich heeft.

Bij die twee tref ik meteen het advies aan dat je meervoudigheid niet op de eerste plaats moet denken maar doen. De stelregel daarbij is n-1 (én min één). Die 1 staat voor de stam of de oorsprong die je verhindert om de echte meervoudigheid te denken. En kennelijk is dat denken ook te lastig, misschien omdat die 1 hinderlijk blijft opduiken, bijvoorbeeld in de stelregel van ons duo.

Goed, daarom durfde ik deze denkers niet bij Ideeën of Prijzingen! te bespreken. Ook heb ik er nog geen opvatting over of hout snijdende uitleg. Maar een oefening is nooit weg. Dus schrap ik even de nummers 1 van mijn lijstjes.



zaterdag 10 augustus 2013

Een gevoel van déjà entendu, maar wat geeft het??

Vroeger heb ik veel geoefend. Misschien om verkeerde redenen zocht ik de twintigste-eeuwse klassieke muziek op, om me erin te bekwamen. Was het echt levenskunst? Ja en nee. Bij levenskunst verwacht je toch minstens iets van leven, waarbij eten en rusten vaak een hoofdrol spelen. Nou, daarvan was hooguit zijdelings sprake. Een bord koude aardappels dat overbleef (best veel) na uren heerlijk nablijven in de kerk, met Messiaens Transports de joie.

Kunst is toch echt iets anders dan levenskunst. Ze is, hoe zal ik het zeggen, autistischer, oogkleppiger. Maar als je kunst opvat als model voor levenskunst zou levenskunst dus ook autistisch en oogkleppig kunnen zijn! Denk daar maar eens over na. Ik niet, want ik ben aan het oefenen.

Nou, dat oefenen lukt maar matig. Want het is zomervakantie, en voor ik het weet ben ik op youtube gekropen. De ene schitterende naam na de andere tik ik in: Messiaen, Elgar, Mompou, Berio... Om er toch een oefening van te maken besluit ik wat ik al doe te vertalen in spelregels:
  1.  Alléén twintigste eeuw!
  2. Variatie doet eten. Sorry, 'eten'!
  3. Nostalgie, maar door de zoekmachines word je op nieuwe ideeën gebracht. Zo ontdekte ik Ballet mécanique, puur door 'Antheil' in te tikken. De film krijg je er gratis bij!
  4. Omvang per stuk ongeveer 10-15 minuten.
  5. Houd rekening met je huisgenoten! Gelukkig heb ik een Inez die het leuk vindt. In dat geval: oortjes, alleen de echte...
Nou, het beviel me uitstekend. Ik heb voetbal en cabaret gemist, maar ik heb het geen moment gemist!