vrijdag 25 oktober 2013

Twee voor twaalf

Voor kinderen is dit een suf programma. Maar kinderen! Oefeningen zijn nu eenmaal soms suf, en dingen die je zoal meemaakt ook!

Bij twee voor twaalf krijg je een mooie blik in het nabije verleden. De deelnemers hebben slechts beschikking over een aantal bronnen. Die moeten ze snel kunnen inzetten.

Dat lijkt wel erg op de moderne beperking, bij jongeren, waarbij boeken uit den boze zijn. Maar die hebben dan weer internet en moeten weer heel anders selecteren.

Het punt is misschien wel dat het moeilijk is jezelf bewust te beperken. Bij Twee voor twaalf beperk je je bewust om het hoofdweten zoveel mogelijk in te schakelen. Bij de moderne jeugd heb je weerzin om boeken uit een kast te halen en raad je iets, niet erg als je het niet raadt.

Raadselachtig wordt die waarde van het hoofdweten. En de bewuste zelfbeperking. Bestaat er een samenhang? Daarover moet je nadenken, en dat is dan weer niet de bedoeling.

Oefenen wordt zodoende oefenen in hoofdbeperking en in bronbeperking... en jongens, dit woord ga je toch niet raden tegenover de vrouw die jullie zoveel geeft! 


donderdag 24 oktober 2013

Net geen confession

Ja jongens, hij was een eind in de goede richting. Ik had hem opgelopen bij een toneelstuk, een toneelstuk dat ik meemaakte. Iemand tekende met schmink de snor en bijbehorend zappabaardje op mijn gezicht. Van diverse kanten klonk het nadrukkelijk verzoek het haar op die manier te laten groeien.
Hetgeen geschiedde. Maar jongens, het valt nog niet mee om een snor en bijbehorend zappabaardje precies zo te krijgen als de mooie schmink het had gedaan. Er treden al gauw complicaties op van esthetische, biologische en sociale aard. Moet ik in details treden? Dan wordt dit het zoveelste egodocument sinds Rousseau. Liever denk ik un pour tous tous pour un. Het baardje plus bijbehorend zappabaardje was van iedereen. Ik oefende me in model, kwam halverwege en stelde vast dat het volstond.




woensdag 23 oktober 2013

Het is geel, geen rood

De commentator bedoelt: het had geel moeten zijn, maar het is rood.
Je kunt nu niet kortsluiten: geel is rood.
Het is is ook niet meerduidig.
Iedereen weet wat de commentator bedoelde, misverstanden zijn niet in het spel.

Wat is is dan?
Is is zich bevinden.
Is is zou zijn.
Is is had moeten zijn.
Is is kon zijn.
Is is is gelijk aan.
Is is hoe het is, nou eenmaal.

Kun je dan samenvattend zeggen is is?
Nee, is is op een of andere manier.
Is zou zijn.
Is had moeten zijn.
Is kon zijn.
Is is gelijk aan.
Is is nou eenmaal.

Het is hoe het is, maar de taal zegt niet precies wat, als we onder taal verstaan wat verwijst uit eigen kracht zonder dat je er voortdurend de context bij moet halen.
Haal je die erbij, dan kan taal zoveel meer, maar dan is het misschien niet de taal die dat kan.

Kortom, we blijven oefenen, oefenen in horen we wel wat we horen.

1. Hij raakt de bal half.
2. De arm was niet in het spel.
3. Die moet hij toch maken.
4. Zo'n Schwalbe kun je niet bedenken.

Zo, die zit.

dinsdag 22 oktober 2013

Kunst wijkt

Het is een hele kunst om door wijken te lopen langs kunst.
Je hebt een gids op zak waarin de route goed staat uitgelegd.
Zo ongeveer staat erbij wanneer er een kunstwerk in de buurt is.
Hetgeen dus betekent dat je tijden loopt zonder een duidelijk kunstwerk te zien.

Maar ligt hierin niet ook een kans? Een oefening in wat je zoal meemaakt?
Je zou het project van de levenskunst weer kunnen betrekken op de echte kunst.
Niet elk leven is een kunst, het is ook een stukje natuur.
Maar je kunt met je leven naar echte kunstwerken, bijvoorbeeld in een museum.

Nu heeft de twintigste eeuw zich met Duchamp en anderen in
alle kronkels gewenteld om de verhouding kunst, leven en dood te ontsleutelen.
Het gevolg is dat niet meer evident is waar de grens tussen kunst en het andere ligt.
We moeten die dus opnieuw, steeds opnieuw trekken.

Zo vonden we al lopend de randbegrippen opnieuw uit:
belofte van kunst
suggestie van kunst
artistiek ontwerp.

Er was zowaar nog een nieuwe kans voor ontsleuteling.
Je liep door cultuur, maar
op de manier zoals je normaal door natuur loopt.
Die natuur is erg cultuurachtig wanneer je de route

bijdehand hebt en cultuurlandschap
bij de beloften hoort.
Zo kun je 1 en 1 bij elkaar optellen
en is de natuur ineens weer een

Kantiaans kunstwerk, hoewel
Kant de kunst onbesproken laat,
maar het sublieme bij het schone
heeft gevoegd. Subliem zijn die wijken wel,

een beetje.
een beetje lelijk
een beetje gewoontjes
een beetje kunst.