zondag 22 maart 2015

De grenzen opzoeken

Het zwijgen van de ander komt in eerste instantie altijd massief over. Je zegt iets, de ander reageert niet. Je stuurt iets, bijvoorbeeld een sollicitatie, en de ander laat niets weten. Ik heb zelfs ooit meegemaakt dat een professor me trots zei dat hij altijd reageerde op wat hij las of hoorde. Na mijn lezing echter zweeg hij.

We kunnen dat zwijgen opvatten als onfatsoenlijk. Maar daarvoor weten we er eenvoudigweg onvoldoende van. Zelfs als het zwijgen bedoeld is als ferme tik terug, dan weten we nog niet of het terecht is of niet. En zelfs als het zwijgen bedoeld is als iets dat nog erger is dan die ferme tik, dan getuigt ons vertwijfelde speculeren nog niet vanzelf van een al te primitieve zelfbestraffing die door de ander is uitgelokt.

Het kan evengoed een opstap zijn naar denken en zelfreflectie. Het zwijgen van de ander is in tweede instantie wellicht minder massief dan het lijkt, en in derde instantie meer verband houden met wat wij hebben gezegd. In die richting zoek ik graag. Niet omdat ik verwacht dat daar een waarheid opduikt maar omdat zelfs het ergste zwijgen van de ander nog kan worden ingezet voor zinvolle doelen. En dan kan het zo erg nog niet zijn.

Zo heb ik wel eens van een vriend gehoord dat hij me wel komisch vond. Maar dat ging hem lang niet ver genoeg. 'Weet je', zei hij, 'je moet dat veel radicaler doen.' Wat ik doe moet nog veel lachwekkender worden. Sindsdien heb ik wel eens het gevoel gehad dat ik graag iets tegen zijn limiet aan duw. Het zwijgen van de ander getuigt daarvan. Ik stuur hem een blog met allemaal rare, filosofische dingen erin. In eerste instantie reageert hij beleefd. Hij heeft ook gevoel voor humor! Maar dan komt mijn tweede blog. En dan blijft het stil.

Het lijkt alsof ik met mijn eerste actie niet door had dat die ander het toen al tamelijk lachwekkend vond. Nee, ik voelde dat al wel een beetje aan, maar iets in mij wil dan nog een stap verder zetten, de grenzen opzoeken van wat lachwekkend is. Het moet een belangrijke drijfveer zijn van mijn blogmanie en voor het opsturen van linken naar mijn vrienden.

Iets anders is het om flink over die grenzen heen te gaan. Je zou ook midden op het marktplein een Sokrates- of Diogenes-achtige actie kunnen ondernemen, of een flauwe imitatie van Andy Kaufman. Je zou manuscripten kunnen schrijven en opsturen naar uitgevers. Maar daar ben ik dan weer te schijterig voor. Misschien ben ik ook wel meer epicurist dan stoïcijn, dat wil zeggen erg gauw tevreden met het zwijgen van de ander, ook al is het in nog zo'n kleine dosis.

Misschien vraagt u zich nu af of u heeft meegewerkt aan deze blog. Ja, lezer, wij maken hem samen, en misschien heb ik u op leuke ideeën gebracht.

Afbeeldingsresultaat voor film man on the moon





dinsdag 17 maart 2015

Ongezegd

Stel je voor, je zegt tegen iedereen die je tegenkomt en van wie je een positief gevoel overhoudt dat je dat gevoel overhoudt. Die ander zou wel gek staan te kijken. Hij denkt dat je bij een sekte hoort of dat je iets van hem wil.

Dat zegt mij op mijn beurt weer dat er best vaak dingen ongezegd blijven die wel vol betekenis zijn. Het ongezegde is misschien nog wel meer van betekenis dan alles wat zoal wordt gezegd. En het rare is, je komt er pas achter door wat er wel wordt gezegd. Of gepraat.

Zoals wanneer ik naar of van mijn werk reis en met collega's praat zonder dat we op dat werk zijn, over van alles wat wel en niet tot dat werk behoort. Ik noem Plato, de grot, de zon, ik kijk uit het raam en knijp mijn ogen dicht tegen die zon. Ik hoor melk, hoofdredactie, bosloop, en denk meteen aan alle vleesch.

Jongens, we zijn een club in deze alinea althans. Hier kunnen we vrij ademen, in deze regels waarin gezegd wordt wat gezegd en verzwegen wordt in die coupé op weg naar of weer terug. We kijken elkaar zijdelings in de ogen, zuchten en zwoegen, en checken als het erop aankomt weer uit.

Afbeeldingsresultaat voor opgaande zon


maandag 2 maart 2015

Enof

Concreet enof humaan moet deze tekst zijn. Dan trekt hij meer lezers enof krijgt hij meer betekenis. Zo geleidelijk wurmt de tekst zich uit onder de amechtigheid van deze neerploffende enof. Nauwelijks bekomen van de schrik wurmt hij zich naar binnen, weer naar buiten en durft hij de hoekjes te zoeken waarin het zo prettig schuilen is dat een blik naar buiten kan worden gewaagd. Binnen enof buiten. Ha. Een beetje binnen, een beetje buiten. Er ademt iets. Er kijkt iets. Gauw terug. Enof nee, niet te gauw terug, even snel achterom kijken en dan gauw terug. In welke serie ben ik beland? Toch niet de oefeningen? Ja, ik heb dat ook niet voor het zeggen. Hier moest iets bevochten worden tegen de levenskunst, de wijsheid die weggezogen wordt uit wat we zoal... Ho. Bevochten. Mij niet gezien. Ik ga kracht verzamelen, niet voor het gevecht, maar ver vooruit denkend, ver na het gevecht. Ik heb dan nog net even tijd om gauw achterom te kijken en mijn adem uit te blazen. Het ademt. Uit enof in. Concreet. Enof. Humaan. Daar staat hij. Teken van moed. Geen verwijzing meer nodig. Ook de lezer is zijn adem enof zijn gedachte. Niet echt iets ofzo. Vooruitkijkend naar het zwart enof wit dat volgt. Hier is het.

Afbeeldingsresultaat voor respirateur