donderdag 25 februari 2016

Levinas' vadermoord

Zoekend of spittend naar het ik dat uniek, onverwisselbaar, voorafgaat aan het zijn bij Levinas, stuit ik ineens op een beschuldiging. Geen beschuldiging van het ik door de ander, de accusativus van het ik in Me voici, maar de beschuldiging die Levinas uit jegens Plato. Het delict is parricide, vadermoord:
Les modèles de 1'être et de la corrélation sujet-objet - justifiables, mais dérivés - n'épousent pas la signification: l'un-pour-1'autre qui se montre, certes, dans Ie Dit, mais qui ne s'y montre qu'après coup trahi et qui, étranger au Dit de l'être, s'y montre comme contradiction - ce qui incite Platon au parricide. Pour comprendre que A puisse être B, il faut que le néant ait une espèce d'être. Matrice de toute relation thématisable, 1'un-pour-l'autre ou la signification - ou le sens ou l'intelligibilité - ne repose pas dans 1'être. Son in-quiétude ne doit pas se traduire en termes de repos. Elle guide le discours au-delà de 1'être. (173, V 1 d)
Hier wordt stilzwijgend een dialoog verondersteld tussen Plato en Parmenides, en tussen Levinas en Derrida. De vadermoord betreft het zijn van Parmenides, zoals Parmenides dat denkt, een zijn dat niets buiten zichzelf tolereert, geen epekeina tès ousias of au-delà de l'essence. Dat niets moet vervolgens, na de vadermoord of om de vadermoord te laten slagen, een soort zijn hebben. En zo keert de ethiek weer terug in het zijn, ze wordt weer opgevat als de oorsprong van een ander zijn, of als de ware, onthulde oorsprong van het zijn van Parmenides. Vandaar dat Derrida de vadermoord ziet als Plato's 'hallucinatie' die zich in het zijn inschrijft.

Het lijkt erop dat die hallucinatie zich bij Levinas voortzet. Het gaat bij het voor-de-ander niet om een objectiveerbaar gegeven maar om een betekenis die het discours naar het aan gene zijde van het zijn gidst. Maar steeds opnieuw raakt het discours weer terug in het zijn volgens de hierboven beschreven logica. Ongetwijfeld ook met het boek van Levinas zelf. Dat is wellicht ook de reden dat we moeten blijven doorspitten. Doen we dat niet, dan vatten we de vadermoord op als onnodig of als werkelijk. In beide gevallen raken we niet in de ethiek.

Levinas wordt volgens deze dynamiek steeds meer een erfgenaam van Plato met zijn hallucinaties, een farmakon zoals Derrida dat in zijn beroemde essay aanduidde. Met Levinas komen we terecht in een filosofie van de zondebok, de farmakos, die ook ten grondslag ligt aan de Homo sacer-serie van Agamben, en natuurlijk aan de filosofie van Girard.

Levinas citeren betekent dat je een onrust toelaat in je filosofie die je gidst in de richting van het offer en het geweld. Dat was al een uitgangspunt van mijn blogserie, maar nu begrijp ik ook beter waarom. Voorheen dacht ik nog dat interpreten als Visker en Derrida de filosofie van Levinas oprekten, dat ze een soort vadermoord pleegden om over zijn rug weer contact te zoeken met Heidegger en Plato, en dus met Parmenides. Nu lijkt het erop dat de vadermoord nooit meer dan een hallucinatie kan zijn, het is de naam voor de onrust die in elke filosofie doordringt en dat al doet bij Plato en - waarom ook niet - bij Parmenides zelf. Via de hallucinatie blijven we in de ban van de vader en het gezag.

Daarmee heb ik meteen een verband gelegd met mijn andere blogserie, een verband dat me tot nu toe was ontgaan. In Geleg onderzoek ik de betekenis van het gezag voor het onderwijs, een kwestie waarmee ik dagelijks te maken heb. Dat gezag voert terug naar de Romeinse patres die volgens Hannah Arendt terugverwijzen naar de oorsprong van de polis. Lees je Vergilius, dan begrijp je waarom die stichting terugverwijst naar een andere oorsprong, een tragisch verlies, naar een geschiedenis van visioenen en offers.

Misschien wordt zo ook helderder wat ik doe wanneer ik deze blogs schrijf, volgens de logica van exposition in AE. De betekenis ervan is dat ik probeer te ontsnappen aan het zijn, aan de gestructureerde orde van betekenissen. Ik kan alles nog zo goed op een rijtje hebben, door het op te schrijven en aan u te exposeren hoop ik het kwijt te raken, onder de druk van vader Parmenides uit te komen. Het is precies die droom of die hallucinatie die mijn kans is om toe te treden tot de ethiek, het sacrale domein van het voor-de-ander.

Komt er een reactie van uw kant, of beter nog: geen reactie, dan zal ik dat niets omzetten in een zijn, omdat de contradictie tussen zijn en aan gene zijde van het zijn onhoudbaar is, onmogelijk en onlogisch. Maar allerminst betekenisloos. Integendeel, elke logica en contradictie hebben slechts betekenis voorzover ze teruggaan op die begoocheling door het voor-de-ander, de idee dat we met die logica voorgoed kunnen afrekenen.

Zoveel gezag heeft u over mij.


dinsdag 9 februari 2016

Intens

Die hele notie intens leven. Alsof het leven niet al intens genoeg is, of liever gezegd: meer dan intens. Het lijkt dan alsof je het leven wil afmeten aan een standaard die zelf niet bij het leven hoort, een applausmeter of een prijs. Alsof je het leven als zodanig wil uitschakelen.

Het is dus een bezwering, een poging het leven te wekken uit de sluimer waarvan jij vindt dat het zich daarin bevindt. Alsjeblieft, Leven, word wakker, ik zeg het je! Waarmee je alleen maar bevestigt dat het leven niet leeft, het moet tot leven worden gewekt om te leven.

Is het leven wel dood? Zou het niet kunnen dat het al leeft, vanuit zichzelf als het ware? Dat dus ook die bleekgroene schimmeltjes op de scheefgezakte hekjes van je overburen tekenen van leven geven? Dat kan, zeker wanneer je je hebt gevoegd bij die cursus schimmelverkenningen van de lokale bioloog die je een nieuwe, enorm frisse kijk geeft op het mediterrane karakter van je eigen straat.

Houd dus maar op met die intensiteit. Zoek niet langer, vind.

http://www.wedmybro.com/upload/1/00/10009cda78f308a9bbb0a90666d18b54.jpg