maandag 25 februari 2019

Armoede als toegang tot de wereld - Nogmaals de Romereis

Mijn vorige blog was gewijd aan de gedachte dat je een toeristische reis kunt zien als een kamer of 'kamer' van jezelf van waaruit je de wereld kunt verkennen. Die kamer kun je heel verschillend beleven. De een voelt zich al thuis in de toeristische wereld en gebruikt het telritueel van de groep om zijn enthousiasme met de anderen te delen. De ander is misschien blij dat de consensus van de groep wordt uitgedrukt in zoiets kleins als een telritueel, wat weer ruimte schept om de wereld aan te kunnen. Hoe vervelend de toeristische wereld ook is, er wordt je alleen gevraagd om present te zijn en op het juiste moment je nummer te roepen.

Zo bezien is de groep inderdaad een 'kamer'. Evengoed de mensen als de muren en de inrichting. Het is me dus ook te makkelijk wanneer priesters zeggen dat de kerk niet bestaat uit stenen maar uit mensen. Dan zou je het minstens toch ook even moeten hebben over de misbruiktop, waar de kerk zich toch vooralsnog niet heeft getoond als een gemeenschap waar je je op kunt verlaten. In een bepaald opzicht zijn de stenen betrouwbaarder. Ze staan er al vele eeuwen. Ze zijn niet altijd kolossaal en bedreigend, soms niet meer dan een rand op de grond, of een muurtje. Iets in die stenen lokt ons naar Rome om de presentie te voelen van wat je op school allemaal leert.

Een andere vraag: waarom zou je de wereld, Rome of een andere, eigenlijk moeten verkennen? Is het niet eerder afscherming dat het toerisme verklaart? Welke dynamiek kunnen we onderkennen in het toerisme, qua gerichtheid op de wereld? De filosofen geven hierop verschillende antwoorden. Aan de ene kant moet ik denken aan Ernst Bloch, die bijvoorbeeld in het postzegels verzamelen al de gerichtheid ziet op de toekomstige wereld. Zo zou je ook de toerist kunnen bezien. Hij blijft maar doorlopen, na de Sint Pieter naar de Vaticaanse musea, en daarna weer naar de catacomben. Zijn verlangen naar de volgende bezienswaardigheid haalt hem uit de beslotenheid van deze wereld en opent hem voor de toekomst, de wereld van het 'nog-niet'.

Aan de andere kant staat de visie van Walter Benjamin, die de bouw van de passages in Parijs zag als een manier van de burgerij om zichzelf in slaap te brengen. De mens slentert, verzamelt, loopt doelloos door de winkelgangen. Zo is hij beschut tegen de elementen en tegen de sociale conflicten die overal dreigen. Ook hier is het de wereld die de toerist tot zijn gedrag brengt. Maar hij weet zich met deze wereld geen raad, beleeft haar als een tegenstrijdig hier en nu.

Natuurlijk kun je altijd je best doen om de leerling te verleiden contact te maken met de wereld. Kom uit je schulp, ga op verkenning uit, gooi de angst van je af! Maar ook als je dit nastreeft kan het geen kwaad een beetje beschutting te bieden, omdat de leerling anders door die ruige wereld wordt opgeslokt. Dit ligt ook ten grondslag aan de scheiding die Hannah Arendt voorstaat tussen onderwijs en politiek. Een leerling moet met de wereld kennismaken in de luwte, het is een plantje dat met zorg moet worden gekoesterd. Het paradoxale gevolg van de liefde voor de wereld is daarom dat we de leerling moeten afschermen tegen die wereld.

We moeten ons wel realiseren dat die afscherming nooit absoluut kan zijn. Onderwijs maakt deel uit van de overdracht van de wereld aan de toekomstige generaties. Daarom schieten we tekort wanneer we op school alleen maar spelletjes spelen, of - binnen het voorbeeld waarmee ik startte - ons alleen als een toerist door Rome bewegen. Hoe bereiken we dus dat leerlingen kennismaken met de wereld zonder dat we hen meteen voor de leeuwen gooien?

Als ik over deze kwestie nadenk, heb ik het idee dat we onszelf onnodig blokkeren. Op de eerste plaats denken we dat wij de wereld hebben en die leerlingen niet. Op reis had ik soms eerder het idee dat het andersom was. Een leerling vroeg me waarom we eigenlijk alleen naar christelijke kerken gingen, en niet bijvoorbeeld naar een synagoge. Goeie vraag. Helaas is er in het programma geen ruimte voor dit soort alternatieven, de highlights vragen zoveel tijd dat er niets overblijft. Maar de leerling heeft meteen twee zaken geleerd. Het is raar dat we alleen maar christelijke kerken bezoeken, en het is ook raar dat de school blijft kiezen voor de highlights. Ik weet nog goed dat ik zelf toen ik achttien was niet meeging met de Griekenlandreis, maar toen ik twee jaar later zelf in Athene kwam wel naar het Joods museum ging. De groep bereidt je zodoende voor op het moment dat je je van de groep losmaakt.

Een andere onnodige blokkade is het bewustzijn. We denken dat je je alleen maar voor de wereld kunt openstellen wanneer je je daarvan bewust bent, en volgens een programma. Maar juist het bewustzijn maakt de kans groter dat je te snel en zonder bescherming de wereld in glijdt. Daarom kun je het programma beter beperkt houden, en het halfbewustzijn en het onbewuste hun werk laten doen. Op straat zie je het meeste vanuit je ooghoeken. De gesprekken onderweg zijn niet gepland. Het telritueel is een onbewuste imitatie van de grote en ronde dingen die ontzag inboezemen. Bedelaars die op de stoep voor je liggen bezorgen je een gevoel van afkeer, maar dat gevoel vertelt je dat je geen ideaal mens bent, en dat je idealen worden verstoord door onaangename complicaties. Er gebeurt dus altijd meer dan je denkt.

Er is nog een andere kwestie die hiermee verband houdt. Een lezer reageerde op mijn vorige blog dat het telritueel haar deed denken aan de ontgroeningen bij studentenverenigingen. Die zijn wel harder, maar de overeenkomst zit hem in de armoede. Als je armoede deelt, schept dat een band. Dit was het punt dat ik wilde maken, inderdaad. Maar nu pas zie ik hoe die armoede ook bij de Romereizen je in contact met de wereld kan brengen. Bij vorige reizen hadden we te maken met leerlingen die het comfort misten (ik treed niet in details om lezers niet onnodig te verontrusten). We hadden te maken met beroving, waardoor we naar de ambassade en de politie moesten. We hadden te maken met een scholier met een depressie, die zich steeds uit de groep moest terugtrekken. Een leerling kreeg een longontsteking waardoor we naar het ziekenhuis moesten. Zo treed je even uit de magische kring van het toerisme.

Is het mogelijk de wereld in armoede te verkennen? Bij toerisme denk je al gauw aan een welvaartsfenomeen. Hoe meer vrije tijd en geld je hebt, hoe verder je kunt gaan. Je zoekt het comfort en de luxe op, meestal binnen resorts die je succesvol afschermen van de locals en de risico's. Een ander gezichtspunt biedt de heroïek van migranten. Filosoof Peter Sloterdijk wijst op de moed en inventiviteit van vluchtelingen die het rijke Europa proberen te bereiken. De afgematte Europeanen kunnen een voorbeeld aan hen nemen. Aan de basis van het toerisme lijkt dus niet de armoede, maar de rijkdom ten grondslag te liggen.

Natuurlijk, armoede is altijd relatief. Naar Rome gaan voor 400 euro de man is voor de meeste wereldbewoners iets waarvan ze alleen maar kunnen dromen. Maar binnen onze kringen is vijf euro zakgeld voor een lunch erg weinig. Ook zijn er tantalus-effecten zoals een voetbalwedstrijd van AS Roma die je aan je neus voorbij moet laten gaan omdat we nu eenmaal als groep op reis zijn. Daarnaast is er de armoede van de ervaring. Deze ontstaat ofwel doordat je maar weinig ziet van de meeste bezienswaardigheden: een paar ruïnes, een paar onbegrijpelijke inscripties, een lege ruimte die ooit een paardenrenbaan was (Circus Maximus). De armoede ontstaat ook omdat scholieren zich overladen voelen door alle indrukken en dan de leegte opzoeken, uit afscherming dus.

Armoede brengt je langs verschillende wegen in contact met de wereld. Allereerst zie je alle luxe en glamour alleen van buitenaf, niet als deel van jouw wereld. Daarnaast, positiever geformuleerd, identificeer je je door je armoede eerder met de gewone mensen in de bus en op straat. In de bus waren we getuige van een stinkende zwerver, en de aarzeling van twee vrouwen die een zitplek zochten. De een ging wel bij hem zitten, de ander stond op omdat ze het niet meer volhield. En ten derde is er nog de armoede van de ervaring. Je gaat heel snel aan alles voorbij, en wordt zodoende enigszins immuun voor de enorme hoeveelheid historische kennis en subtiliteit van smaak die de beschaafde mensheid van belang acht. Je weet niet hoe het standbeeld van Nero eruitzag, en je weet niet dat het Colosseum naar dit standbeeld was genoemd. Maar Nero noch het Colosseum zijn op zichzelf interessant. Historische kennis wordt pas interessant vanuit een ervaring van het heden.

Afbeeldingsresultaat voor empty statue nero colosseum




2 opmerkingen: