maandag 19 december 2011

De Farizeeër heeft ook zijn trots, en terecht

Een stuk of wat jaren geleden had ik het idee dat kindermisbruik een onderschat item was in de kerk en het evangelie. Er waren veel incidenten, en er was zelfs al bisdombeleid van een moreel bewogen vicaris. Maar niemand had zin om het te bestuderen als een structurele kern van het christendom.

Inmiddels heb ik zelf ook wat aarzelingen. Mag zijn dat het een structurele kern van het christendom is, 'laat de kinderen tot mij komen', enzo, maar dat wil niet zeggen dat het daarbuiten minder tot de kern behoort en minder structureel is.

Vandaar dat ik met licht wantrouwen de aanvallen zie die vanuit de politiek (Verhagen, Blok, Roemer) op de bisschoppen worden geopend. Hoe kun je aan de ene kant de vinger leggen op de 'hypokrisie', de zelfgepresenteerde verhevenheid en verdorvenheid van de kerk, en aan de andere kant zonder enige gêne de pose van een moreel verheven gezag aannemen? Je zou er bijna weer kerkelijk van worden. Daar wordt tenminste nog 'sorry' gezegd, al heeft dat weinig om het lijf, te laat en te weinig.

Het is dus geniaal van Deetman dat hij twee schokken tegelijk presenteert, die het allebei niet zijn. De kerk deed het fout, en daarbuiten ging het even fout.

Het werkelijke probleem is nu of en hoe we hypokrisie kunnen voorkomen. Kun je willens en wetens hypokriet zijn? Kun je je daarin oefenen? Misschien wordt het tijd om de passages over de Farizeeën weer eens te lezen, en tegelijk te zeggen: 1. wat een hufters, die Farizeeën!, en: 2. ik ben een Farizeeër, en ik ben er trots op!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten