Zojuist las ik een blog van filosoof Angela Roothaan. Ik word weer op het idee gebracht het frame van mijn blogs te overdenken. Het is niet alleen communicatie met de lezer, zegt zij, maar ook een soort dagboek. Ze zet dit naast haar rol als professioneel filosoof aan de Vrije Universiteit en bij congressen. Angela suggereert dat haar blogs en de congressen corresponderen met de 'revolutie' die volgens Thomas Kuhn de fases van 'normale wetenschap' afwisselen. Overdenking van het framework gebeurt dus in die revolutionaire intermezzo's, de normale wetenschap wanneer je als werknemer je werk doet.
Die tegenstelling verheldert een en ander. Ik heb mijn blogs, met name in mijn serie over onderwijs en gezag, ook betrokken op mijn werk, in mijn geval als leraar. Misschien is het gevolg bij mij nog meer dat de hele filosofie gaat fungeren als overdenking van het frame, hoewel er op mijn werk ook hier en daar wordt gefilosofeerd. Je kunt je zelfs afvragen of filosofie niet überhaupt de overdenking van frames is.
Zo zou je de hele onderneming van Kants kritieken kunnen duiden, die met Kuhn wordt voortgezet. Daarmee is de overdenking van het framework in zekere zin genormaliseerd. Ook de hele versplintering van rationaliteit waarin Kant terechtkwam wordt bij Kuhn voortgezet, maar dan omgevormd tot diachronie. De kaders worden revoluties, de revoluties worden overgangen naar wetenschappelijke rationaliteit met nieuwe kaders.
Onze blogs zou je in het verlengde hiervan tweevoudig kunnen duiden. Het zijn revolutionaire intermezzo's, maar maken ook deel uit van wat normale filosofie en professionaliteit tegenwoordig is. Professionele filosofie is meer dan ooit communicatie, met alle eisen vandien die eraan worden gesteld. Je communiceert met lezers, bouwt je netwerken op, met volgers en, zoals in het geval van deze blog, met andere bloggers. Daarnaast is het een dagboek waarin je reflecteert over het persoonlijke avontuur waarin je betrokken bent. Als ik even spreek voor mijn professie - maar het is vast ook van toepassing op filosofen - maakt dat avontuur deel uit van wat het werk van mij verwacht. Bij sollicitaties, trainingen en gesprekken met mijn leiding wordt gereflecteerd over mijn ontwikkeling en hoe ik verwerk wat mij overkomt.
Bij mij is er misschien nog een motief werkzaam, waarvan ik niet weet of het past binnen de frames die ik overdenk en mijn professionele werk. In mijn blogs zoek ik soms de eenzaamheid op. Ik gebruik de kaders niet alleen om ze te bevestigen, of om nieuwe kaders te vestigen. Kaders brengen me ook op het idee om ze te overschrijden, bijvoorbeeld in de richting van een idee dat voor mijzelf nieuw is, wat voor mezelf nog allerminst transparant is en wat ik met niemand kan delen. Dat is wel raar, want door in een blog als deze te stappen delen we dat toch. Goed, maar wat we dan delen is misschien wel dat ondeelbare.
Soms lijkt het of dat opzoeken van het ondeelbare, wat zich uit in een net iets te grote complexiteit, of in conclusies die ik nog niet goed kan verwoorden, wordt beseft door mijn lezers. Niet alleen het volgen, ook het afhaken getuigt van die ervaring van het ondeelbare. Je zou het afhaken als een vorm van respect kunnen zien, hoezeer dat ook kan samengaan met irritatie en onverschilligheid.
Ik zeg wel eenzaamheid, maar bedoel daarmee zeker niet dat die ervaring niet kan worden gedeeld. Ik moet denken aan Agamben (ja, daar heb je hem weer...) met zijn idee van het ontoeëigenbare dat wellicht het enige is dat kan worden gedeeld. Datgene wat je met elkaar deelt is misschien wel helemaal niet goed te vatten in frames, het is het gebruik van het ontoeëigenbare. Wat ik hierboven eenzaamheid noemde is bij nader inzien wel gewoon dat ontoeëigenbare.
Het zeker niet mijn privilege. Het zou bijvoorbeeld goed kunnen zijn dat de frames van Kuhn iets proberen te vatten wat evenmin in frames te vatten is. Hebben we het over wetenschappelijke rationaliteit, dan heeft die tegenwoordig sterk de neiging over alle frames heen te denderen en ons hele leven te domineren. Ze heeft nu de gedaante aangenomen van technologie, en we kunnen de academie maar moeilijk zien als een domein dat functioneert als framework van die technologie.
Maar wanneer de overdenking van het framework gedacht wordt in termen van een framework, bevind je je ook dan wellicht al binnen de technologie. Het wordt uitermate lastig dit framework nog te overdenken, want dat veronderstelt toch ook dat je er enige afstand van kunt nemen. Kortom, de heideggeriaanse agenda dringt zich ook langs deze kant weer op.
Misschien verklaart dit wel waarom mijn blogs steeds wegdraaien uit mijn persoonlijke omgeving en uitkomen bij de moeilijke filosofie waarmee ik mijn lezers wegjaag. Het is een dubbel gebaar, want ik besef wel dat ik mijn persoonlijke omgeving niet kan afschermen, dat ook die afscherming een avontuur is waarin ik verwikkeld ben. Hier op vakantie in een Belgisch gehucht zit ik op mijn laptop te tikken en piept mijn mobiel. Met onze huurauto rijden we naar een op internet gevonden parkeergarage in Maastricht en bekijken er kunst.
Die kunst is zeker ook een overdenking van frames, maar het kost een hoop inspanning en vertrouwen om je door de kunstenaar te laten meevoeren, de kunstenaar die ook moet overleven en deals moet sluiten met rijke bewonderaars, een publiek dat onmiddellijk ontroerd wil worden en een ruimte die erfgenaam is van de tempel, technologie van framing bij uitstek.