Ik dacht nog wat een fijn uitzicht op de voetbalkantine. Is er een wild feest, ben jij erbij. Maar zeker, ze kunnen ook ineens jouw appartement zien, en dan is alles weer anders.
Het is wat het is. Je loopt naar je koelkast, het bliepje van je iPhone gaat. Je parkeert achteruit en draait vooruit. Je neemt het zoals het komt. De lift omlaag, de lift omhoog, je spiegel.
Hoe zou het hebben kunnen gaan, met je schitterende brein, je uitstraling. Je afgedwongen balans met je lichaam, je affiniteit met de goden.
Ik denk graag aan jou als een mogelijkheid. Wat kan iets of iemand überhaupt meer zijn dan mogelijk, de macht en virtualiteit waarvan je mij overtuigt. Ooit was je mijn leerling en heb ik je moeten beoordelen. Je hebt me overleefd, je leven schept je elke dag opnieuw.
We werden omzwermd door ontsnapte papegaaien. Je nam alle obstakels op stoepen en straten. Alle krachten rukte je aan, je formules, je ernstige zwenking en humor.
Waarheen mijn zon ondergaat richt ik mijn avondgebed, daar leg ik de basis voor mijn nieuwe dag.