vrijdag 20 juli 2012

Koan

Erg belangrijk in mijn proces is de ontdekking dat ik gevormd ben in een doublebind.
Wie niet? Maar dat terzijde.
Doe ik een voorstel,
zeg ik wat ik wil,
doe ik wat ze willen,
dan zeggen ze: nee, maar dat moet je zeker niet doen.

Maar luister eens: de ene doublebind is de andere niet. Luister eens! (belletje)

Er is geen doublebind als zodanig. Je oplossingen zijn trucjes.

Daarom nog eens: wat moet je doen?


Hier draait het om

Iets in mezelf wilde draaien met de huurauto.
Ik raakte de heg en ik liep wat krasjes op.

Er ontvouwt zich een spel van vergroting en verkleining.

Het zijn maar krasjes.
Het zijn wel dure krasjes.
Het is maar een auto.
Het is wel categorie beschadiging zus en zo.
Het is maar geld.
Het is wel in plaats van dit en dat.
Het is maar uiterlijk.
Het is wel iets in mezelf dat bleef draaien.
Pieker niet, je kunt er niets aan veranderen.
Het is precies je onvermogen de auto te laten staan dat het heeft veroorzaakt.
Het is maar wat het is.
Het is wat je erbij voelt, denkt, fantaseert.

Ik stel me een idioot grote tollende wereld voor die vanuit dit kalme centrum draait, uitgeschoten en opgeslokt wordt.
Wat we de juiste proporties noemen is een distributiecentrum.



Zelfblazing

Oefening in narcisme.
Het boek van Jacques de Visscher over het groteske verwijst wel naar Bachtin en naar Zwart, maar niet naar mijn boeken.

Een gebeurtenis van formaat voor mij, maar wellicht niet voor iemand anders.

Zit in deze gebeurtenis een les voor mij verborgen? Of zou die suggestie nog steeds tezeer voortkomen uit de narcistische misleiding?

Gedachtenexperiment: het groteske is precies deze zelfopblazing die zicht biedt op de zelfuitblazing.


Opwijzing

Er zijn van die wegwijzers die om de hoek staan.

En er zijn wegwijzers die je drie keer wijzen waar je naartoe moet.
En bij de vierde splitsing staan ze er ineens niet meer.

Je bent overgeleverd aan je ergernis.

Maar waar wijst dit nou allemaal op?