Het mooie van een parallel is dat de lijnen worden samengehouden door de ruimte ertussen. Maar diezelfde ruimte houdt de lijnen ook uit elkaar.
Ik liep in een halve cirkel van Ede naar Wageningen. Zo dacht ik de drukte van 5 mei te kunnen mijden. Aanvankelijk wilde ik met de bus van Arnhem naar Heveadorp. Maar die bus zat stampvol met jongeren met bestemming Wageningen. Daarom wijzigde ik mijn plan en stapte in Ede met licht gemoed uit de massa's die instapten in de pendelbussen naar Wageningen.
Echter, mijn bestemming was uiteindelijk ook Wageningen. En zo liep ik dan als enige over de Wageningseberg. Ver onder me liep het fietspad met opnieuw de massa's jongeren. Op een gegeven moment cirkelden boven mijn hoofd ronkende oude vliegtuigen. Er ontstond een bevrijdingssfeer.
Maar de sfeer raakte me niet echt. We vormden samen een parallel, het bevrijdingsfeest en ik. In Wageningen zelf was het nog gekker. Ik liep dwars door de feestende massa naar het busstation. De bus terug naar Arnhem was schaars bezet.
Was er niet ook nog sprake van een andere parallel? Hadden de feestende jongeren niet ook te maken met de bevrijding als historische gebeurtenis? Juist doordat ze aan die gebeurtenis niet leken te denken? En het verband tussen de bevrijding en de oorlog, symboliseerden dat niet de vliegtuigen met hun vrolijke dreiging? Of moest ik dat ook zien als een parallel? De herrie van de vliegtuigen zou in dat geval de feestvierders verhinderen terug te denken aan de traumatische gebeurtenissen die vlak achter hen lagen.
Zo fantaseerde ik maar wat, ongetwijfeld geïnspireerd door de lange wandelroute. En door de filosofie van met name Plato en Heidegger, waarbij het zijnde ons verbindt met ons zijn maar ons ook dompelt in de vergetenheid van dat zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten