Bij oefenen hoort maximalisatie. Hoe meer je oefent, hoe vaker je de handeling verricht, hoe sterker de echte handeling kan worden. En hoe sterker de handeling kan worden, hoe sterker hij inderdaad wordt.
Dan kan dat resultaat alleen maar tegenvallen. Dan wordt snel gezegd: ga nog maar wat oefenen. Oefenen hoort dan ineens tot minimalisatie. Het is het teken van onmacht, ridiculisering, degradatie.
De welbewuste vervanging van voorbereiding op de sterkste handeling door een beetje oefenen kan duiden op ironische bescheidenheid.
Het kan de wilde gok betekenen op less is more.
Het kan de postmoderne afschuw van doelstellingen realiseren, waarmee de dader een voorbeeld wil stellen en daarmee het tegendeel bereikt: hij wordt een doel voor anderen.
Het kan de uitlevering aan fascinatie door herhaling betekenen.
Het kan infantiele regressie aanduiden.
Het kan de sterke roep om medelijden uitdrukken: zo'n kind gun je een Fanta.
Het kan de soevereiniteit van een action sans emploi realiseren.
Het kan een maximalisatie van een onhaalbaar maximum uitdrukken: het hoogste doel wordt tussenstap in een nog grotere oefening.
Het kan de benadering van de geest vanuit het tijdruimtelijke, sterfelijke lichaam aanduiden.
Het kan de benadering van het actuele, lichamelijke leven vanuit de geest en de wilskracht aanduiden.
Het kan een oefening in nietszeggendheid zijn door van alles te zeggen.
Het kan een oefening zijn in alles zeggen.
dinsdag 30 augustus 2011
vrijdag 19 augustus 2011
Dramatiek
Nu ik Beethovenopnames van Richter aan het luisteren ben, kom ik erachter dat ik me bekocht voel. En misschien heb ik me altijd al bekocht gevoeld. Al sinds ik op mijn veertiende de Melodia-plaat grijsdraaide, met de Pathétique en de Appassionata. Wat klonk het verheven en ingetogen, dat langzame deel van de Appassionata. Wat hing er een gewijde sfeer met alle ingehouden kuchjes van het publiek. En wat was er een mooie, stoere en vloeiende band met de natuur. Op de hoes stond een rietkraag langs winters water. De gewelddadige waterval van de Appassionata vervloeide langzaam met het gekraak van de plaat, en dat gekraak ging naadloos over in het applaus.
Ik hield ervan om dat laatste te benadrukken, om aan mijn gesprekspartners duidelijk te maken dat het mijn privé-beleving was en tegelijk een historisch en kosmisch gebeuren.
Dat was het zeker. Maar misschien op een iets andere manier dan ik toen bedoelde. Immers, de sovjetstudies hebben me - ondanks alle toewijding aan de kritiek, maar eerder als studieobject -gesterkt in de fascinatie voor een politiek geweld dat geïnspireerd was door natuurgeweld en bemiddeld werd door de muziek, met name Beethoven. Lenin hield niet van cultuur, maar wel van Beethoven, en met name van zijn Appassionata. Lenin, een privé-persoon.
Ook Kubrick's Clockwork Orange speelt met de neveneffecten van geweld en het luisteren naar Beethoven. De hoofdpersoon wordt heropgevoed door in de gevangenis naar films met nazigeweld te kijken. Daarbij klinkt toevallig Beethovens negende. Later gaat Alex zijn geweldsexplosies begeleiden met Beethovenmuziek.
Waarom voel ik me bekocht? Omdat Richters troostende, emotioneel effectieve en toch beheerste spel voortkomt uit operaliefde. Dat vertelt hij in zijn lange interview, L'Insoumis. Degene die zich niet onderwerpt, de rebel, de onafhankelijke zonderling, de mysticus, Richter dus, deze Richter, werd verliefd op muziek door Wagner.
Met terugwerkende kracht moest ik gaan ontdekken dat mijn antipathie voor theater en effectbejag, en zeker voor opera, misschien wel de buitenkant was van een - voor mijzelf geheime - voorliefde voor effect, massaal publiek, een intieme fascinatie voor fysiek en historisch geweld.
Nog steeds is de ontdekking niet voltooid, gevangen in de laatste maten van Beethovens opus 111.
Misschien verklaart het waarom ik deze stukjes schrijf, 'eenzaam' achter mijn bureau, en in welke opzichten I'll 'never walk alone'.
Misschien verklaart het waarom een filosoof zich losmaakt uit de massa, iets provocerends roept en dan de tijdgeest uitdaagt hem te corrigeren.
De verklaring ligt in het vooruitzicht, maar brengt nu al ontnuchtering. De cd is bovendien uitgespeeld.
Ik hield ervan om dat laatste te benadrukken, om aan mijn gesprekspartners duidelijk te maken dat het mijn privé-beleving was en tegelijk een historisch en kosmisch gebeuren.
Dat was het zeker. Maar misschien op een iets andere manier dan ik toen bedoelde. Immers, de sovjetstudies hebben me - ondanks alle toewijding aan de kritiek, maar eerder als studieobject -gesterkt in de fascinatie voor een politiek geweld dat geïnspireerd was door natuurgeweld en bemiddeld werd door de muziek, met name Beethoven. Lenin hield niet van cultuur, maar wel van Beethoven, en met name van zijn Appassionata. Lenin, een privé-persoon.
Ook Kubrick's Clockwork Orange speelt met de neveneffecten van geweld en het luisteren naar Beethoven. De hoofdpersoon wordt heropgevoed door in de gevangenis naar films met nazigeweld te kijken. Daarbij klinkt toevallig Beethovens negende. Later gaat Alex zijn geweldsexplosies begeleiden met Beethovenmuziek.
Waarom voel ik me bekocht? Omdat Richters troostende, emotioneel effectieve en toch beheerste spel voortkomt uit operaliefde. Dat vertelt hij in zijn lange interview, L'Insoumis. Degene die zich niet onderwerpt, de rebel, de onafhankelijke zonderling, de mysticus, Richter dus, deze Richter, werd verliefd op muziek door Wagner.
Met terugwerkende kracht moest ik gaan ontdekken dat mijn antipathie voor theater en effectbejag, en zeker voor opera, misschien wel de buitenkant was van een - voor mijzelf geheime - voorliefde voor effect, massaal publiek, een intieme fascinatie voor fysiek en historisch geweld.
Nog steeds is de ontdekking niet voltooid, gevangen in de laatste maten van Beethovens opus 111.
Misschien verklaart het waarom ik deze stukjes schrijf, 'eenzaam' achter mijn bureau, en in welke opzichten I'll 'never walk alone'.
Misschien verklaart het waarom een filosoof zich losmaakt uit de massa, iets provocerends roept en dan de tijdgeest uitdaagt hem te corrigeren.
De verklaring ligt in het vooruitzicht, maar brengt nu al ontnuchtering. De cd is bovendien uitgespeeld.
woensdag 17 augustus 2011
Genomen stappen
Deze blog was al vroeg een succes. Er waren een paar opgetogen reacties. De bestaansreden van de blog was het oefenen in een lezersvriendelijkere aanpak.
Hij evolueerde tot een oefening in ongeadresseerd publiceren.Vervolgens evolueerde hij tot een schrijven met onmiddellijke reacties van een vriend en (vaak) reageren op de reacties, in dankbaarheid.
De connectie met het theater en de filosofie is steeds opengebleven. In de blog zat een element van performance ('unrehearsed' van Peter H) en een element van askèsis ('Du musst dein Leben ändern', Peter S).
We hebben het repertoire van de oefening verrijkt met mislukte, misplaatste en schijnbare oefeningen. Dat is grote winst. Oefeningen kunnen een performance zijn (vgl. de études van Debussy of atletiek) en een zoektocht naar een verheven doel, dat de herhaling is van een oorsprong (Plato, Jezus). Dat is hier opnieuw gebleken.
Ik ga dus verder. Best belangrijk als je in een draaideur zit. Belangrijk is dat ik de taal lezersvriendelijk houd en de band met de alledaagse ervaring niet opgeef. Dat biedt zoveel houvast voor de lezer!
dinsdag 16 augustus 2011
Kijk toch wat vaker in de spiegel
Vandaag ben ik dus naar de kapper geweest. Ik raakte met de kapster in gesprek over de vakantie. Zij vertelde over haar vakantie naar Thailand en later naar Stuttgart. Maar haar passie lag toch bij winkelen. In New York had ze twee dagen uitgetrokken voor 35th Av.
Ik heb flink opgeschept over mijn vakantie met drie vrouwen en mijn flinke huurauto (maar liefst een Opel Astra of zoiets), en ook nog over vroeger, hoe we het grote gezin in de kleine auto propten en hoe ik later met drie vrouwen in een eend over de Alpen kwam.
Daar hoef ik dus niet in te oefenen. Een beetje doen of ik de schlemiel ben en intussen de held uithangen. Hoe je je cruise control liever niet gebruikt omdat je de gang erin wil houden. Meepraten over föhnen en winkelen, dat geeft vertrouwen.
Op de bank zaten twee mannen van jongere leeftijd te wachten. Oeps. Met terugwerkende kracht was mijn privé-flirt een openbare zelfexecutie.
Volgende keer dus beter om me heen kijken. Via de spiegel.
Ik heb flink opgeschept over mijn vakantie met drie vrouwen en mijn flinke huurauto (maar liefst een Opel Astra of zoiets), en ook nog over vroeger, hoe we het grote gezin in de kleine auto propten en hoe ik later met drie vrouwen in een eend over de Alpen kwam.
Daar hoef ik dus niet in te oefenen. Een beetje doen of ik de schlemiel ben en intussen de held uithangen. Hoe je je cruise control liever niet gebruikt omdat je de gang erin wil houden. Meepraten over föhnen en winkelen, dat geeft vertrouwen.
Op de bank zaten twee mannen van jongere leeftijd te wachten. Oeps. Met terugwerkende kracht was mijn privé-flirt een openbare zelfexecutie.
Volgende keer dus beter om me heen kijken. Via de spiegel.
zondag 14 augustus 2011
Een bezwaard hart
In de Elzas huurden we een huisje van een mevrouw. Deze mevrouw was onlangs tot het christendom bekeerd. Ze was van kanker genezen en van haar rookverslaving af. Elke ochtend ging ze nu een uurtje 'zegenen'. Voor mijn dochters had ze mooie kaartjes en spaarpotten.
Door haar geloof kon ze nu ook beter strijden tegen het kwaad in de wereld. Het homohuwelijk schoot haar meteen tebinnen als een kwaad waartegen ze streed. Ze streed door het huisje te verhuren en het geld in te zetten voor de strijd.
Onze huur ging dus naar de strijd tegen het homohuwelijk.
Wat te doen? Ik bracht nog in dat ik twee getrouwde homo's kende die behoorlijk gelukkig waren. Ja maar, zei ze, ze hebben dan toch een leegte in hun hart.
We gaven de strijd op en gingen bezwaard naar huis. Beste homovrienden, sorry!
Door haar geloof kon ze nu ook beter strijden tegen het kwaad in de wereld. Het homohuwelijk schoot haar meteen tebinnen als een kwaad waartegen ze streed. Ze streed door het huisje te verhuren en het geld in te zetten voor de strijd.
Onze huur ging dus naar de strijd tegen het homohuwelijk.
Wat te doen? Ik bracht nog in dat ik twee getrouwde homo's kende die behoorlijk gelukkig waren. Ja maar, zei ze, ze hebben dan toch een leegte in hun hart.
We gaven de strijd op en gingen bezwaard naar huis. Beste homovrienden, sorry!
vrijdag 5 augustus 2011
Spontane tegenprestatie
Gisteravond ging ik met de trein naar Utrecht. Al voor het vertrek in Arnhem ging het mis. Er waren onverwacht herstelwerkzaamheden tussen Arnhem en Ede, dus moest ik omreizen via Den Bosch. Er werd bij gezegd dat de werkzaamheden de hele dienstregeling zouden duren. In Utrecht vroeg ik wanneer ik de laatste trein terug had.
Bij mijn terugreis nam ik voor de zekerheid de voorlaatste trein. Via Den Bosch natuurlijk. Maar ten onrechte, naar later bleek. In Nijmegen was er geen aansluiting meer naar huis.
De conductrice regelde een betaalde taxi voor me. Bij deze maak ik mijn belofte waar om eens wat positiever over de NS te praten.
Jongens, het is zo eenvoudig. Gewoon wat positiever praten als je een positieve verrassing meemaakt.
Bij mijn terugreis nam ik voor de zekerheid de voorlaatste trein. Via Den Bosch natuurlijk. Maar ten onrechte, naar later bleek. In Nijmegen was er geen aansluiting meer naar huis.
De conductrice regelde een betaalde taxi voor me. Bij deze maak ik mijn belofte waar om eens wat positiever over de NS te praten.
Jongens, het is zo eenvoudig. Gewoon wat positiever praten als je een positieve verrassing meemaakt.
donderdag 4 augustus 2011
Het komt niet altijd door
Ik begeef me op glad ijs. Ofwel je schrijft voor jezelf, ofwel je publiceert. Publiceren betekent rekening houden met de gevolgen van wat je schrijft. Tegelijk betekent het blootstelling aan wat er elders en later gebeurt.
Het gaat er dus om, je te oefenen in het voorzien van wat je nu nog niet voorziet, maar wel zou kunnen of moeten voorzien.
Je kunt dat niet aflezen aan de reacties. De reacties komen niet altijd door. Dat kan verschillende redenen hebben. Soms schrijft iemand een reactie maar levert het publiceren daarvan zoveel gedoe op dat diegene het erbij laat zitten. Hoezeer ik ook pruts aan de instellingen, ook ik lijd onder die ervaring dat ik het erbij laat zitten na enige frustraties.
Een andere reden kan zijn dat mijn taal de lezer ontmoedigt te reageren. Je kunt je nog zo willen openstellen voor reacties, je kunt ze willen uitlokken, maar de ander bepaalt mede of je taal voldoende op haar (hem, u, jou) is afgestemd.
Dan is er nog het gewone, onbetekenende zwijgen. Ik schat in dat hiervan sprake is bij een grote meerderheid van leeservaringen bij de meeste teksten. Het probleem is hoe je hiermee rekening kunt houden. Het onbetekenende zwijgen wordt van de kant van de schrijver soms gehoord als een orkaan waartegen je de neiging hebt hard te gaan terugbulderen. Of ostentatief gaat terugzwijgen.
Je moet leren aanvoelen wanneer de tekst te lang wordt, te saai, tezeer of onvoldoende ingaat op de wereld van je lezer. Je moet leren kijken met je oogwit en luisteren met meer dan twee oren.
Een schrijver als ik wordt hiervan gauw moedeloos. Het schrijven zoek je niet op om te luisteren, maar om je af te schermen van de wereld, je te begeven in een wereld die afgeschermd en okee is, geregeld door een ritme van gedroomde klanken.
Die drijfveer moet je niet verwarren met de bestemming van het schrijven. De bestemming vraagt om de ontwikkeling van je uiterlijke en innerlijke zintuigen, om tact, om zoals Lucretius zegt voor de rand van de wereld te gaan staan en dan je speer te werpen. Dommerik, zegt hij, die rand is er niet, anders was die speer er wel tegenaan gebotst of had je hem niet kunnen werpen.
Je kunt ook zeggen: kennelijk was je nog niet ver genoeg gegaan. Deze tekst bewijst niets, hij is nog niet eens een lokaliseerbaar vertrekpunt voor oefening.
Het gaat er dus om, je te oefenen in het voorzien van wat je nu nog niet voorziet, maar wel zou kunnen of moeten voorzien.
Je kunt dat niet aflezen aan de reacties. De reacties komen niet altijd door. Dat kan verschillende redenen hebben. Soms schrijft iemand een reactie maar levert het publiceren daarvan zoveel gedoe op dat diegene het erbij laat zitten. Hoezeer ik ook pruts aan de instellingen, ook ik lijd onder die ervaring dat ik het erbij laat zitten na enige frustraties.
Een andere reden kan zijn dat mijn taal de lezer ontmoedigt te reageren. Je kunt je nog zo willen openstellen voor reacties, je kunt ze willen uitlokken, maar de ander bepaalt mede of je taal voldoende op haar (hem, u, jou) is afgestemd.
Dan is er nog het gewone, onbetekenende zwijgen. Ik schat in dat hiervan sprake is bij een grote meerderheid van leeservaringen bij de meeste teksten. Het probleem is hoe je hiermee rekening kunt houden. Het onbetekenende zwijgen wordt van de kant van de schrijver soms gehoord als een orkaan waartegen je de neiging hebt hard te gaan terugbulderen. Of ostentatief gaat terugzwijgen.
Je moet leren aanvoelen wanneer de tekst te lang wordt, te saai, tezeer of onvoldoende ingaat op de wereld van je lezer. Je moet leren kijken met je oogwit en luisteren met meer dan twee oren.
Een schrijver als ik wordt hiervan gauw moedeloos. Het schrijven zoek je niet op om te luisteren, maar om je af te schermen van de wereld, je te begeven in een wereld die afgeschermd en okee is, geregeld door een ritme van gedroomde klanken.
Die drijfveer moet je niet verwarren met de bestemming van het schrijven. De bestemming vraagt om de ontwikkeling van je uiterlijke en innerlijke zintuigen, om tact, om zoals Lucretius zegt voor de rand van de wereld te gaan staan en dan je speer te werpen. Dommerik, zegt hij, die rand is er niet, anders was die speer er wel tegenaan gebotst of had je hem niet kunnen werpen.
Je kunt ook zeggen: kennelijk was je nog niet ver genoeg gegaan. Deze tekst bewijst niets, hij is nog niet eens een lokaliseerbaar vertrekpunt voor oefening.
woensdag 3 augustus 2011
In der Beschränkung zeigt sich der Meister
We hadden wat tijd over en zijn maar wat koffie gaan drinken in de koffiehoek.
Ik had alle tijd om de leesmap eens te bekijken. Daar zag ik een interview met Arie Boomsma in Nieuwe Revu. Hij zei: 'Ik ben gewoon geen klootzak. Iedereen vindt me aardig. Maar dat betekent nog niet dat ik een zwakkeling ben.'
Ik vroeg me af waar de klemtoon hoort te liggen: op 'ben', 'geen' of op 'kloot-'. Na enig beraad koos ik voor het laatste. Wel mooi als ze dat over je zeggen, dat je gewoon geen klóotzak bent.
Ook dacht ik nog aan Caesar en zijn bejubelde stijl van 'brevitas'. De kunst van het weglaten.
Iemand verweet me een tijd geleden mijn breedsprakigheid. Hoe mooi is het als iemand drie boeken lang de brevitas volhoudt. Geen woorden maar daden! Drie beklemtoonde woorden achter elkaar, veni, vidi, vici!
Ik ga er volop op oefenen.
Ik had alle tijd om de leesmap eens te bekijken. Daar zag ik een interview met Arie Boomsma in Nieuwe Revu. Hij zei: 'Ik ben gewoon geen klootzak. Iedereen vindt me aardig. Maar dat betekent nog niet dat ik een zwakkeling ben.'
Ik vroeg me af waar de klemtoon hoort te liggen: op 'ben', 'geen' of op 'kloot-'. Na enig beraad koos ik voor het laatste. Wel mooi als ze dat over je zeggen, dat je gewoon geen klóotzak bent.
Ook dacht ik nog aan Caesar en zijn bejubelde stijl van 'brevitas'. De kunst van het weglaten.
Iemand verweet me een tijd geleden mijn breedsprakigheid. Hoe mooi is het als iemand drie boeken lang de brevitas volhoudt. Geen woorden maar daden! Drie beklemtoonde woorden achter elkaar, veni, vidi, vici!
Ik ga er volop op oefenen.
maandag 1 augustus 2011
En Menelaos dan?
Vandaag sprak ik een jongen die me vertelde over de Ilias en over Troy. Hij heeft de film iets te vroeg gezien, maar dat heb je tegenwoordig. Het voordeel is dat hij al op negenjarige leeftijd een vergelijkend onderzoek tussen Homerus (versie Simone Kramer) en de film heeft verricht.
Er waren een paar dingen in de film die hem verbaasden. De Grieken werden toch als een stelletje sukkels neergezet, en de goden kwamen er niet in voor.
We kwamen op Menelaos. Hoe liep het nu eigenlijk met hem af? Als classicus stond ik met de mond vol tanden. Een goede oefening dus in het met de mond vol tanden staan. Thuisgekomen had ik de film en Google als uitwegen. Welnu, in de film heeft hij naarmate het einde nadert steeds minder een rol van betekenis. Wie ik aan het eind voor Menelaos aanzag bleek Odysseus ofzo.
We zijn dus aangewezen op andere bronnen.
Welnu, Menelaos sprong uit het paard en zocht zijn eega op om haar te doden. Toen hij haar eenmaal zag raakte hij toch weer van de kook van haar schoonheid en liet haar gaan.
Op zijn terugreis had onze held wat akkefietjes, iets minder dan Odysseus maar toch. Later vond hij zijn Helena in Egypte, bij de ziener Proteus. Het ging helaas echter slechts om een wolkenbeeld.
Met Helena had Menelaos een dochter, Hermione. Ze trouwde na omwegen met Orestes, in feite dus haar neef. Ze volgden Menelaos op na zijn dood, gewoon in Mycene.
Wat je ook van Menelaos kunt zeggen, hij daagde de god uit, toen hij in het duel Paris niet eronder kreeg. Paris werd geholpen door Afrodite. Menelaos: "Vader Zeus, geen god brengt zoveel verderf als gij! Eindelijk hoopte ik Paris voor zijn wandaad te straffen; maar het zwaard brak in mijn handen aan stukken en vruchteloos vloog de speer uit mijn hand; treffen deed ik hem niet!"
Tja jongen, wedstrijden gaan niet altijd eerlijk. En wat jij ermee gaat doen gaat ons weer ontglippen.
Er waren een paar dingen in de film die hem verbaasden. De Grieken werden toch als een stelletje sukkels neergezet, en de goden kwamen er niet in voor.
We kwamen op Menelaos. Hoe liep het nu eigenlijk met hem af? Als classicus stond ik met de mond vol tanden. Een goede oefening dus in het met de mond vol tanden staan. Thuisgekomen had ik de film en Google als uitwegen. Welnu, in de film heeft hij naarmate het einde nadert steeds minder een rol van betekenis. Wie ik aan het eind voor Menelaos aanzag bleek Odysseus ofzo.
We zijn dus aangewezen op andere bronnen.
Welnu, Menelaos sprong uit het paard en zocht zijn eega op om haar te doden. Toen hij haar eenmaal zag raakte hij toch weer van de kook van haar schoonheid en liet haar gaan.
Op zijn terugreis had onze held wat akkefietjes, iets minder dan Odysseus maar toch. Later vond hij zijn Helena in Egypte, bij de ziener Proteus. Het ging helaas echter slechts om een wolkenbeeld.
Met Helena had Menelaos een dochter, Hermione. Ze trouwde na omwegen met Orestes, in feite dus haar neef. Ze volgden Menelaos op na zijn dood, gewoon in Mycene.
Wat je ook van Menelaos kunt zeggen, hij daagde de god uit, toen hij in het duel Paris niet eronder kreeg. Paris werd geholpen door Afrodite. Menelaos: "Vader Zeus, geen god brengt zoveel verderf als gij! Eindelijk hoopte ik Paris voor zijn wandaad te straffen; maar het zwaard brak in mijn handen aan stukken en vruchteloos vloog de speer uit mijn hand; treffen deed ik hem niet!"
Tja jongen, wedstrijden gaan niet altijd eerlijk. En wat jij ermee gaat doen gaat ons weer ontglippen.
Abonneren op:
Posts (Atom)