Mijn geschenk is zo groot dat jullie er niet om hebben durven vragen, zei Nero, toen hij de sportfestijnen in Griekenland organiseerde, waar hijzelf de eerste prijzen opstreek.
De geschiedenis lijkt zich te herhalen met al het onbevattelijke dat aan de Grieken wordt gegeven en waar zij niet om kunnen vragen.
Het overkomt me zo vaak dat me iets wordt gegeven. Ik loop op de stoep en twee anderen komen me tegemoet. In het voorbijgaan hoor ik een deel van een zin die niet voor mij bestemd is. En toch accepteer ik hem dankbaar.
De pubers in het treinhalletje met hun harde muziek waarover ik mopper op het enquêteformulier waarom ik niet heb gevraagd. Ik luister naar mijn gemopper dat zich vermengt met de muziek.
Niet dat ik zo'n principiële boeddhist ben. Ik accepteer niet zomaar alles in dankbaarheid. Waarom zou ik alles moeten kunnen bevatten wat verschijnt, of waarom zou ik die fenomenen zelfs moeten redden, of me erdoor laten redden?
Waarom zou ik mijn palet moeten uitbreiden zodat ook de ongeadresseerde flarden nog in mijn mailbox flashen?
Nee, mijn beschouwing over die flarden is zelf ook maar een ongeadresseerde flard. Jij hebt hem gelezen en kunt hem niet bevatten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten