De commentator bedoelt: het had geel moeten zijn, maar het is rood.
Je kunt nu niet kortsluiten: geel is rood.
Het is is ook niet meerduidig.
Iedereen weet wat de commentator bedoelde, misverstanden zijn niet in het spel.
Wat is is dan?
Is is zich bevinden.
Is is zou zijn.
Is is had moeten zijn.
Is is kon zijn.
Is is is gelijk aan.
Is is hoe het is, nou eenmaal.
Kun je dan samenvattend zeggen is is?
Nee, is is op een of andere manier.
Is zou zijn.
Is had moeten zijn.
Is kon zijn.
Is is gelijk aan.
Is is nou eenmaal.
Het is hoe het is, maar de taal zegt niet precies wat, als we onder taal verstaan wat verwijst uit eigen kracht zonder dat je er voortdurend de context bij moet halen.
Haal je die erbij, dan kan taal zoveel meer, maar dan is het misschien niet de taal die dat kan.
Kortom, we blijven oefenen, oefenen in horen we wel wat we horen.
1. Hij raakt de bal half.
2. De arm was niet in het spel.
3. Die moet hij toch maken.
4. Zo'n Schwalbe kun je niet bedenken.
Zo, die zit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten