Stel je voor, je zegt tegen iedereen die je tegenkomt en van wie je een positief gevoel overhoudt dat je dat gevoel overhoudt. Die ander zou wel gek staan te kijken. Hij denkt dat je bij een sekte hoort of dat je iets van hem wil.
Dat zegt mij op mijn beurt weer dat er best vaak dingen ongezegd blijven die wel vol betekenis zijn. Het ongezegde is misschien nog wel meer van betekenis dan alles wat zoal wordt gezegd. En het rare is, je komt er pas achter door wat er wel wordt gezegd. Of gepraat.
Zoals wanneer ik naar of van mijn werk reis en met collega's praat zonder dat we op dat werk zijn, over van alles wat wel en niet tot dat werk behoort. Ik noem Plato, de grot, de zon, ik kijk uit het raam en knijp mijn ogen dicht tegen die zon. Ik hoor melk, hoofdredactie, bosloop, en denk meteen aan alle vleesch.
Jongens, we zijn een club in deze alinea althans. Hier kunnen we vrij ademen, in deze regels waarin gezegd wordt wat gezegd en verzwegen wordt in die coupé op weg naar of weer terug. We kijken elkaar zijdelings in de ogen, zuchten en zwoegen, en checken als het erop aankomt weer uit.
Toch af en toe gewoon doen, als oefening bijvoorbeeld, dat zeggen dat je van iemand een positief gevoel krijgt. Moet ie maar leren ontvangen zonder bijbedoelingen.
BeantwoordenVerwijderenWordt het tijd voor een nieuwe blogserie, Wenken?
BeantwoordenVerwijderenWenk jij of wil je gewenkt worden?
BeantwoordenVerwijderenKun je zeggen het wenkt, zoals het waait?
BeantwoordenVerwijderen