vrijdag 12 juli 2013

Anekdote

Dinsdag ging ik op mijn fiets naar mijn werk. Het is een behoorlijk eindje fietsen. Ooit heb ik een eerdere tocht langs deze route beschreven in Maaltijd. Toen zat ik onder de stress omdat ik laat was vertrokken en zeker niet te laat mocht aankomen. Nu was het een stuk relaxter. Ik had zeker een half uur speling, en als ik te laat zou aankomen zou dat weinig of geen gevolgen hebben.
Haast automatisch verplaatste ik de kaders van mijn blog van de beschreven situatie naar het schrijven zelf. Ook nu heb ik dat weer gedaan, merk ik.

De kaders van dat schrijven zijn iets onstabieler geworden, sinds ik tegenspraak mocht ontvangen. Een van de kwesties die werd opgeworpen was die van de anekdote. Vooral dit genre, de oefeningen in wat ik zoal meemaak, vraagt daarom. En om er echt een oefening van te maken moet ik dus nu niet abstract gaan vragen of ik nog in de anekdote zit, maar ermee doorgaan.

Welnu, ik fietste eerst langs het Lingekanaal. Ik merkte dat de wind toch meer in mijn rug blies dan ik vooraf had verwacht. Dat was wel lekker. Op het eind van die weg, bij Zetten, leek het of ik er vijf minuten langer over had gedaan dan op die eerdere tocht. Vijf minuten! Rijd je die rit relaxed, dan doe je er maar een paar minuten langer over. Die kaders liggen dus behoorlijk vast, ook als je je er geen zorgen over maakt.

Nu moet ik een beetje oppassen. De anekdote lijkt al uit te lopen in een algemener inzicht, een reflectie, een soort levensles.

Het voordeel van zo'n fietstocht is dat die je blijft opeisen. Na dat eerste stuk is er altijd een tweede stuk. Je wordt weer meegezogen uit je gedachten naar het ronddraaien van het blad, het afleggen van de kilometers. Je denkt vooruit naar het punt waarop je je boterham zult gaan eten, station Opheusden bijvoorbeeld, of misschien wel Kesteren.

Voor een anekdote is wel nodig dat je niet alleen een programma afwikkelt, maar dat je iets overkomt, iets verrassends dat achteraf bezien voortvloeit uit dat programma. Is dat nu ook het geval? Ja! Het meest verrassende was de helderheid van de sloot langs de weg achter Opheusden. Ik zag er grote vissen in zwemmen. Die vissen waren echt een verrassing! Achteraf bezien vloeiden die vissen voort uit de hele fietstocht, want je fietst niet alleen om kilometers af te leggen, maar ook om dingen te beleven die je met een ander vervoermiddel niet zou hebben beleefd. Dat slootje liep precies langs het spoor, ik zie het altijd vanuit de trein. Maar het is godsonmogelijk om die grote vissen te zien vanuit de trein. Dat kan alleen als je fietst, relaxed fietst, of wandelt.

In die grote vissen komt alles samen: mijn fietstocht, de verrassing, de anecdote. Maar ook de oefening. Want die grote vissen zwemmen daar nog steeds in een smal slootje, op een plaats waar je ze niet verwacht. Ik peinsde dat ik zelf ook zo'n grote vis was, fietsend op die rechte wegen, en schrijvend binnen de kaders van het genre.

Er is misschien één overtreding. Waar een anekdote doorgaans kort en spits is, kort genoeg om de aandacht vast te houden, heb ik de tijd en plaats genomen om de vertelling af te wikkelen, in wat haast een écriture automatique lijkt. Dit verhaal mist de kortheid en spitsheid om nog een anekdote te kunnen worden genoemd.

Maar moet een oefening niet altijd iets van een mislukking bevatten om nog oefening te kunnen worden genoemd? Onderscheidt dat de oefening niet precies van een uitvoering of een vertelling? Er komt altijd wel weer een volgende gelegenheid om precies dat aspect weer te oefenen, de kortheid en spitsheid die erop gericht is de aandacht van de lezer vast te houden. Want die lezer, dat is de echte big fish.





1 opmerking:

  1. Nou inderdaad , je maakt hier wat mee. Maar toch nog enige tegenspraak. Wat opvalt is bij dit en andere stukken , is steeds dat helikopteren (vergeef me het gebrek aan adequaat jargon, maar ik doe een poging), dat niet alleen buiten het verhaal treden , maar ook buiten het buiten treden treden. Je maakt niet alleen muziek, je legt ook de maten en de individuele noten uit. Je vertelt wel dat de oefening een mislukking moet bevatten, maar daardoor misluk je niet, want de mislukking is onderdeel van het doel. Je kunt niet mislukken. Alles is goed in de meerstemmigheid, in de flow of things, in de vaart van de ecriture....

    BeantwoordenVerwijderen