Kritiek kun je gerust aan anderen overlaten. Maar daar moet je wel je best voor doen. Kinderen krijgen uitsluitend complimenten voor hun tekeningen, een teken dat ze er nog niets van kunnen.
Kritiek krijgen gebeurt sommige mensen vanzelf. Hun werk trekt de aandacht omdat ze goed zijn, of omdat ze toevallig op de juiste plaats en tijd zijn. Gebeurt dat niet, dan moet je de aandacht proberen te trekken. Ook de grootste filosofen beschikken over de nederigheid dat ze zich overgeven aan provocaties. Anderen zetten vrienden aan het werk met campagnes, of oefenen zich in subtiele retoriek. Voel je je daarboven verheven, dan kun je de bedelaar uithangen.
Het is natuurlijk allemaal luiheid. Een echte Freigeist moet zichzelf durven tegenspreken. Nietzscheaanse autonomie is niet alleen dat je je boven anderen verheft, maar ook zelf jezelf durft te bestrijden.
Maar helaas helaas, niet iedereen is zo dapper. Echt laf is het zodanig regisseren van je kritiek dat die feitelijk je verhaal moet versterken. De socratische dialoog is er zo een, ware deze niet zo briljant neergeschreven. Minder briljant is de ruimte onder deze blog waarin je kritische reactie bij voorbaat al ingepakt is. Een tussenmogelijkheid is de interpretatie van je alleenspraak als deel van een gesprek, wat natuurlijk een leugen is. Je bewondert de lafaards om hun lef.
En dan is er ook nog een categorie die mokkend - je komt er niet onderuit - wil beloven dat hij zich zal verbeteren in zelfkritiek. Voor wie het gelooft...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten