Ik kan natuurlijk wel mijn mening geven over die oratie, maar deze blogs zijn een oefening in 'expositie', dus ook in kwetsbaarheid. In haar geval, de oratie over onder anderen Levinas, is het de leraar die de leerling in verwarring brengt. Daarbij verwijst ze naar Plato's dialoog Meno, waarin Socrates aantoont dat zelfs een slaaf tot wiskundige inzichten kan komen, mits hij maar op de juiste wijze getriggerd wordt door zijn leraar:
Natuurlijk gaat Socrates daar nog niet ver genoeg in. Later zullen Jezus en nog weer later Kierkegaard er weer een schepje bovenop doen. Haalde Socrates nog verborgen inzichten in zijn leerlingen naar boven, bij Jezus en Kierkegaard wordt er echt geboord naar nieuwe inzichten, waarbij het individu en het unieke moment allerminst wordt opgeofferd aan het algemene.Daarom besteedt Meno ook aandacht aan de leraar. Die kande leerling wakker schudden door verwarring op te roepen.Zo werd de slaaf in het gesprek met Socrates in verlegenheidgebracht toen bleek dat hij bepaalde dingen niet wist. “Hijraakte verlamd door de sidderrog”, zegt Socrates dan, gebruikmakend van een beeld eerder door Meno was ingebracht.Socrates lijkt op die vis, zei hij toen die door middel van kleinestroomstootjes een verlammende uitwerking heeft op wie hemnadert. Kennelijk is voor het leren niet alleen de herinneringonmisbaar, maar ook iemand die de herinnering opwekt:de leraar. De vergelijking met de sidderrog wijst erop dat deconfrontatie met een leraar ook ongemakkelijk en verwarrend kan zijn.
Levinas mag plaatsnemen in de corona van deze uitmuntende leraren, wat betreft Renée van Riessen.
En wel vanwege een aantal magistrale inzichten. Ik zet ze even voor u op een rijtje.
- Alleen de vreemde stem kan richting geven aan mijn innerlijk, want anders worden we alleen met schimmen geconfronteerd: het gesproken woord van de ander is magistraal.
- Transcendentie van de ander staat niet in tegenstelling tot de innerlijkheid; het innerlijk wordt zozeer verdiept tot het raakt voorbij de grenzen van de autonomie.
- Messiaanse vervulling komt ter sprake vanuit de maatgevende horizon van het onderwijs. Het gaat om nuchtere en ontnuchterende kennis, niet om mystiek.
Het is voor mij allerminst uitgesloten dat kennis mystificerend werkt wanneer ze wordt voortgebracht in asymmetrie. Staat er een leraar tegenover me van het formaat Socrates, Jezus of Levinas, of zelfs Renée van Riessen, dan is er wat mij betreft sprake van asymmetrie, de verhouding van mezelf als leerling tot de ander als leraar. Wat die ander me vertelt is altijd nieuw en verwarrend, alleen al dankzij deze asymmetrie. Levinas zei ooit zoiets als dat het voldoende is om eenmaal in je leven een leraar van formaat te ontmoeten. Daar kun je mee vooruit. Levinas is voor velen, inclusief mij, zo'n leraar.
De verhalen van deze leraren worden verteld en herverteld. Het zijn religieuze verhalen, waarin de naïeve beginner zich geplaatst ziet tegenover een menigte van vele deelnemers en vele generaties. Jezus wordt 'Jezus'.
Hoe bereiken we in deze context weer ontnuchtering, de ontnuchtering van de leerling die uit de ruimte van zijn hoge leraar treedt? Hoe zou de slaaf in Meno kunnen komen tot kennis die hem niet is ingegoten door alle voorzetten van Socrates, en Socrates tot kennis die hem niet is ingegoten door Plato? Hoe kunnen we het individu denken?
Nog een vraag die de magistrale leraar Levinas me heeft ingegoten: hoe kunnen we wegraken uit het zijn, uit de horizon van kennis, de gerichtheid op kennis, in de richting van verantwoordelijkheid? Moeten we daarvoor niet tevens wegraken uit de horizon die Renée van Riessen ons via Levinas aanreikt, die van de messiaanse leraar?
Ziedaar de aporie waarin ik als nietige leerling ben gegooid, door mijn verwarrende leraren. Dank zij hen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten