Het probleem was geformuleerd. De filosofie blijft bestaan, ook nadat de grote meerderheid zijn rug ernaar heeft gekeerd. Filosofie heeft namelijk te maken met nadenken. Het probleem is hoe we kunnen blijven filosoferen, wat de horizon is van dat filosoferen, nu enkele traditionele begrippen als avantgarde en Bildung zo aan slijtage onderhevig zijn.
Maar o waarom, waarom duurt het zolang voordat ik dit probleem heb kunnen formuleren? Waarom ben ik maar blijven denken dat het om een persoonlijk probleem ging, iets dat ik ervaar, wat ik wil, wat ik zonodig moet, kortom wat allemaal draait om dat imaginaire centrum van het ik?
Misschien moet ik nu mijn hoed afnemen en diep buigen voor de krachten die me zo lang in die richting hebben gedrongen. De psychologie, het humanisme, de therapeuten. Wat wilden ze graag dat ik een persoonlijk probleem had waarvoor een simpele oplossing volstond, een probleem dat je zelfs kon wegredeneren.
De truc der trucs: laat de spreker geloven dat hij iets wil, ergens een oordeel over heeft. Subjectiviteit, persoonlijkheid, authenticiteit. Het oordeel als eindstation, telos, finis, doel en einde. Denken is dan overbodig geworden. Hoe lang heb ik dat geloofd, onder invloed van alles wat ons in de richting daarvan dwingt, verleidt: belangstellende vrienden, het intieme ik, de popmuziek, wat niet al.
Het heeft lang geduurd, maar de reden ervan kan zijn dat de dimensies ook groot zijn. Een denken dat oordelen als startpunt ziet in plaats van eindpunt, dat denken is algemener, krachtiger en verantwoordelijker dan de persoonlijke oordelen die vrienden op je drukken, met al hun goede bedoelingen. Kortom, het duurde langer maar ik heb er ook meer bij gewonnen. Volgende keer zie ik dat weer sneller.
Nog een verklaring: denken maakt zich nooit helemaal los van de twijfel. Bij een aanval twijfel je tussen verdediging en tegenaanval, en dat brengt je al op een of twee tempo's achterstand. Toch mag je die twijfel niet opgeven, ze brengt je al bijna rechtstreeks in contact met het denken zelf. Twijfel je niet, zou ik zeggen, doe dan minstens alsof je twijfelt, twijfel alsnog. Kun je de twijfel niet acteren, probeer dan minstens je er niet voor te schamen.
Derde mogelijkheid bij een aanval (hoezo aanval?) is tai sabaki. Opzij stappen en de aanvaller raakt kant noch wal. Moest aan dit gedicht van Mark Strand denken:
BeantwoordenVerwijderenIn a field
I am the absence
of field.
This is
always the case.
Wherever I am
I am what is missing.
When I walk
I part the air
and always
the air moves in
to fill the spaces
where my body’s been.
We all have reasons
for moving.
I move
to keep things whole.
Freezing is hoe dan ook niet raadzaam. Aan de andere kant evenwel: neem de tijd om te bedenken of het een aanval is.
BeantwoordenVerwijderen