vrijdag 23 oktober 2015

Zeggen

Als ik reageer op iemand, dan reageer ik op wat hij zegt, 'le Dit'. Bij Levinas, en overigens ook bij Agamben, wordt het gezegde, dat wat gezegd is of wordt, opengebroken in 'le Dire', het zeggen.

Hier vindt ook de opening plaats in het zijn of de essentie. Het is dus onmogelijk het zeggen te begrijpen vanuit het zijn, vanuit een of andere wetmatigheid, zou ik denken.

Ik doe dan ook volgens de wetten van het zijn, dwz de geldende wetten en normen, onrecht aan die ander wanneer ik op hem reageer. Mijn verantwoordelijkheid heeft dit onrecht als voorwaarde.

Overigens lees ik dit nog niet met zoveel woorden bij Levinas. Maar het kan op elke bladzijde opduiken. Net zoals die ander kan opduiken die op mijn stukje reageert, en op wie ik bovenstaande bedenking niet zomaar mag toepassen. Daarin schuilt de asymmetrie van de verantwoordelijkheid.

Ik ben ook nog aan die ander uitleg verschuldigd van oefenen, hoe ik dat bedoel. Met oefenen bedoel ik vooral fouten maken. Fouten waarvan je leert. Overigens heeft Derrida dat gegeven van de fout centraal gesteld in zijn beschouwing over Levinas' Autrement. Staat er een fout op een Tora-rol, dan dient die hele rol te worden begraven. Met andere woorden, deze blog kan nooit de status van een Tora-commentaar hebben. Een blog kan ook niet worden begraven. Ik ben maar virtueel bezig. Dus...

25 opmerkingen:

  1. Het lijkt me makkelijker het zijn te begrijpen vanuit het zeggen en dat is jouw oefening, of niet? Persoonlijk (ik ga over dit woord niet filosofisch doen) vind ik niet reageren (indien er iets van je gevraagd wordt) een groter onrecht.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bevestigng - met voorbehoud - van wat Leo hier zegt, op p. 60 noot:
      Dans La PenseeetIe Reel, Jeanne Delhomme a montre que Ie Dit philosophique est modalite du Dire et non pas simple objectivation de theses et qu'ainsi, Ie Dire n'est pas seulement une fa<;on de se representer l'etre. La '<pensee» et Ie ,<reel» du titre n'annoncent pas, dans ce livre, Ie probleme de Ia connaissance, mais deux <,modalites» ou Ia "pensee» signifierait quelque chose de sembIable a ce que l'on appelle dans Ie present ouvrage ,<autrement qu'etre». Mais Jeanne Delhomme ne prete qu'au Dit philosophique cette vertu de modaliser Ie Dire.

      Verwijderen
  2. Het hangt ervan af of je dat zeggen begrijpt volgens de orde van het gezegde, le Dit. In dat geval zit je al volop in de orde van het zijn en ga ik sowieso akkoord. Maar het wordt pas moeilijk wanneer dat zeggen 'autrement qu'être' is. Dan ga ik nog steeds akkoord met je, maar zonder te weten wat ik zeg.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. O ja. Is niet- reageren een groter onrecht? Er zijn vele manieren van niet-reageren. Zo had ik dit boek van Levinas niet eens gelezen, laat staan erop gereageerd. Ik geef toe dat dat een fout is. Zeker met jouw bedenking erbij. Maar er lopen hier vele fouten door elkaar, bijvoorbeeld het gegeven dat ik in de jaren zeventig vooral met Sartre bezig was. Maar ook dat Levinas tezeer werd geassocieerd met humanisme. Niet elke fout is even groot, en inderdaad, we zijn aan het oefenen.

      Verwijderen
    2. Nou, die Levinas heeft jou niets gevraagd, dus ben je hem geen antwoord of reactie schuldig.

      Verwijderen
    3. Al die ordes van zijn en zeggen, ik volg dat niet meer. Je weet ik ben hierin niet geschoold. Dus zal ik daar ook op de goede gok niets over zeggen.

      Verwijderen
    4. De juiste vraag volgens Levinas zou misschien kunnen zijn: kunnen we de ethiek afleiden uit het zijn? Is ethiek wel een orde? En moet je daarvoor geschoold zijn? Misschien heeft Levinas niet gericht aan mij persoonlijk. Maar met die vragen ga je weer anders en opnieuw denken over ethiek en verantwoordelijkheid, dus ook over persoon, persoonlijk en persoonlijkheid. Maar niets zeggen, zo hadden we al vastgesteld, gebeurt altijd en overal al, ook mbt Levinas. Het zijnje vergeven, als zoiets al betekenis heeft.

      Verwijderen
  3. In paragraaf 4 b), die bij mij 'El decir como exposición al Otro' heet, spreekt Levinas over het Spreken voorafgaand aan het Gezegde. Het gaat dus niet om wat benoemd, gedefinieerd en vastgelegd wordt. Het gaat om de toewending die deel uitmaakt van het spreken. Daarom zegt hij in de eerste regel van de paragraaf:
    ‘Spreken betekent toenaderen tot de naaste, hem betekenis toekennen’ (acreditarle significación, wat iets anders is dan inpassen in mijn referentiekader).

    Er bestaan andere theorieën, inzichten, benaderingen die de ik centraal stellen als integriteit, waarvanuit het spreken plaatsvindt in een soort uitwisseling met de ander, die zich richten op de inhoud van het spreken etc. Hierbij staat de ik steeds op een bepaalde manier buiten schot. Levinas zoekt naar het moment waarop de ik juist niet buiten schot blijft. Daarvoor spreekt hij niet over ‘ik’, maar over ‘het Spreken’, als een moment dat het ik openbreekt.

    Het Spreken ontgrendelt, neemt de bescherming weg, breekt de intimiteit open, maakt kwetsbaar. Het subject blijft niet meer in zichzelf wonen (centrale term in Totalidad e Infinito).

    Er wordt dus niets gethematiseerd, slechts geëxposeerd, ‘de andere wang wordt toegekeerd naar wie een klap geeft’. ‘Voorafgaand aan het Gezegde ontdekt het Spreken degene die spreekt, niet als een object die in een theorie ingepast kan worden, maar als wat ontdekt wordt op het moment dat er geen verdediging is, als verwonding. Dat wat van binnen beschermd werd en aan het oog onttrokken, wordt onthuld. Het is iets heel passiefs, het subject blijkt uniek.

    Die uniciteit is hoogst interessant, want die bestaat dus uit naaktheid, kwetsbaarheid-ten-dode-toe, zonder voorwaarde of reserve ten aanzien van de ander. Dat is dus de subjectiviteit van het subject! Blootgesteld zijn aan affectie, gevoeligheid, absolute passiviteit, onachterhaalbare tijd.

    Het Spreken is niet te scheiden van het geduld en van de pijn. Zelfs als het Gezegde daarna troost en bescherming biedt tegen die pijn, is het Spreken zelf geduld en pijn. Het gaat vooraf aan eventuele troost, loopt ook het risico dat er helemaal geen troost is, dat het lijden zinloos blijkt, dat het Spreken zinloos is.

    Hier zit een vreemde paradox die echter ver reikt: alleen als je bereid bent het risico te lopen dat alles voor niets is in die overgave van het Spreken, van het zich openen voor de ander, is het mogelijk te ontkomen aan het voor-zichzelf-zijn, waar alles al een plaats heeft. Vrijheid bestaat dus alleen in het risico te verliezen, te sterven.

    Levinas heeft het hier over desinteresamiento, vrij worden van belangen, ‘otro modo que ser, autrement que être’, er-zijn-voor-de-ander. Dat is geen kwestie van bewustzijn, van intentie of engagement. Het gaat aan dat alles al vooraf. Het is ‘zijns ondanks’.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank, dit verheldert een en ander.
      Je hebt het over het 'voorafgaan aan'. Dat is de klassieke formulering van de ontologie om een verschil in zijnswijze te benadrukken. Dat is een van de zaken die de problematiek zo moeilijk maken, en Levinas zo moeilijk. Het voorafgaan duidt hier niet op een verschil in zijn, maar om een anders dan zijn. Het 'er-zijn-voor-de-ander' moet dus tussen flinke aanhalingstekens staan en behoeft nog verheldering.

      Verwijderen
    2. Als er zijn voor de ander aan alles vooraf gaat, is ademen dan niet voldoende blootstelling en kwetsbaarheid? Waarom is er dan nog ontgrendeling via spreken noodzakelijk? Of is er zijn voor de ander niet alleen op te vatten als "ik ben er voor jou" , iets wat vrienden en geliefden zeggen, maar ook als "er zijn tegen de ander", zoals je kunt beluisteren in het vluchtelingendebat?

      Verwijderen
    3. Ademen is hoogst dubbelzinnig. Het is blootstelling, zeker, maar ook 'conatus essendi', je poging om te blijven leven. Om te begrijpen waarom mensen vanuit hun verantwoordelijkheid soms niet hechten aan hun leven en radicaal kwetsbaar worden kun je niet terugvallen op de gangbare opvattingen (le Dit) en op je poging in leven te blijven, maar op iets dat dit doorbreekt, een zeggen dat je niet kunt reduceren tot wat gezegd is. Neem je die verantwoordelijkheid eenmaal op je, dan is hij niet voldoende maar verdiept hij zich. Zoals die vrouw in Steenbergen die het woord neemt en voor lief neemt dat er een steen door haar raam wordt gegooid.

      Verwijderen
    4. Dat 'voorafgaan aan' moeten we dus ontologisch opvatten. Levinas probeert ons gevoelig te maken voor wat Spreken is. We laten ons gemakkelijk afleiden door wat er bij het Spreken (le Dire) gesproken wordt (le Dit), maar het bij het Spreken zelf is daar tegenover ons de ander. Die ander legt ons open als een wond. Dat doet zeer. Het Spreken toont ons onze kwetsbaarheid.
      Deze laag in de werkelijkheid merken we meestal niet op. We letten meer op wat er gezegd wordt. Maar volgens L. is deze laag essentieel, constitutief. Dit 'zijn-voor-de-ander' is geen keuze of liefdesverklaring, maar zo zijn we nu eenmaal. Zo begrijp ik L.'s opvatting over de ethiek als het begin van de filosofie. Je moet beginnen te denken bij wat het begin is. Er zijn-voor-de-ander als liefdesverklaring of er-zijn-tegen-de-ander in het vreemdelingendebat ligt op het terrein van het Gesprokene (le Dit).

      Verwijderen
    5. Ik heb de neiging te reageren, maar zie dat jij, Marc, reageert op Leo, en dat ik er ineens hinderlijk tussen glipte. Ook nu glip ik misschien weer voor Leo, maar alleen om te zeggen dat ik graag plaatsmaak voor jou.

      Verwijderen
    6. Okee, ik denk het te snappen, we zijn er voor de nader, even in mijn woorden, wordt hier dus bedoeld als we bestaan samen op deze wereld, we maken een indruk op elkaar...Ik zag gisteren een man op tv die zo onder de indruk was dat hij niets meer kon zeggen, zich in zijn zwijgen kwetsbaar toonde, kwetsbaarder dan hij zich met woorden kon uiten. Wat wil Levinas mij eigenlijk zeggen als ik er voor de ander ben en de ander voor mij? Sorry mannen, ik loop hopeloos achter bij jullie spoorzoekerij en betwijfel dat ik jullie spoor kan volgen. Niet erg.

      Verwijderen
    7. In zekere zin kun jij ons spoor prima volgen en misschien loop je wel voor (want ik probeer jou te volgen). Het gaat ook niet om weten en begrijpen, maar om verantwoordelijkheid.
      In zekere zin is het dus ook heel simpel bij Levinas. Hij wil de verantwoordelijkheid losmaken uit het zijn en wat er zoal gezegd is. Het gaat niet om weten en oordelen, ook niet om willen zeggen. Levinas probeert al die zaken te rechtvaardigen vanuit de verantwoordelijkheid, terug te leiden naar de verantwoordelijkheid.

      Verwijderen
    8. Verantwoordelijkheid voor wie of wat? Voor mezelf en de ander? Ik neem aan dat Levinas begrepen wil worden in wat hij zegt. Als jij zegt dat het simpel is, geloof ik je. Maar zo een zin als "de verantwoordelijkheid losmaken uit het zijn"roept bij mij al vragen op.

      Verwijderen
    9. Ik realiseer me dat ik gezegd heb dat het zijn die verantwoordelijkheid minder simpel maakt, volgens Levinas. Toch is dat zo. Als ik tegen leerlingen zeg dat ze verantwoordelijkheid moeten nemen voor hun huiswerk om een voldoende te halen, dan kan ik beter gewoon zeggen dat ze hun huiswerk moeten maken. Verantwoordelijkheid is iets anders. Het is geen functie van de context, een eigenschap of een plicht. Het heeft betekenis (of het er nu is of niet) als jij verantwoordelijk bent voor een ander, in nabijheid. Dat kan gebeuren of niet. Je kunt het begrijpen of niet. Maar in beide gevallen heeft het betekenis.
      Verantwoordelijkheid dus voor de ander. In het Frans in beide opzichten: responsable pour l'autre en de l'autre. Je bent het ook voor jezelf, maar dat 'zelf' is allerminst een eenheid. Je bent een ik, maar dat is niet alleen een zelf maar ook een 'voor-de-ander', het ontdekt zichzelf via het voor-de-ander. Om iemand je brood te geven moet je er eerst zelf van genieten, pas dan geef je die ander werkelijk jouw brood, geef je jezelf, met je hart. Het 'voor-de-ander' vraagt dus om een zelf, om een genietend ik.
      Wat is er trouwens mis met vragen? Verhelderend, kritisch, suggestief, diepzinnig of niet, I love it.

      Verwijderen
  4. Ik denk dat ik moeite heb al die begrippen als zeggen/gezegde/verantwoordelijkheid/zijn los van context te zien. Het zijn dus waardevrije, intentieloze begrippen in dit geval. Alsof je de ziel fotografisch weergeeft? "Het zijn maakt de verantwoordelijkheid minder simpel", uh...toch is dat een moeilijk te volgen zin, want dat zou een verantwoordelijkheid veronderstellen die er zonder "zijn" is.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Mooi beeld, die fotografie van de ziel.
    Levinas spreekt dus van de 'suprême abstraction'. Het is tegelijk simpel en moeilijk. Misschien kun je het vergelijken met een dichter die jaren blijft schaven en schrappen, of met een fysiotherapeut die een kwartier geconcentreerd met een knie bezig is. Zo concentreert Levinas zich op de mens als 'pour autrui'.
    De verantwoordelijkheid is zonder zijn, preciezer gezegd 'anders dan zijn'. Daarmee bedoelt Levinas dat het Goede of de Verantwoordelijkheid niet kan worden gereduceerd tot zijn bestaansvormen, zijn voorbeelden of een of andere essentie. Ze heeft een andere betekenis. Je kunt dan twee kanten op. Je kunt dat simpelweg voor lief nemen, of je kunt proberen te volgen hoe Levinas dat benadert. Dan wordt het weer heel moeilijk. Ik geloof niet erg in de tussenweg, de versimpelde weergave van wat Levinas zegt. Dat is hooguit een opstapje om hem zelf te lezen. 'De hoogste abstractie en het hoogste concrete van het gelaat van de ander.'

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Ik wil het toch proberen eenvoudig te zeggen: ons gevoel van eigenwaarde of ons zelfbeeld hangt in onze beleving meestal samen met karaktereigenschappen die we onszelf toedichten of die een ander ons toedicht, met dingen die we doen. Levinas zegt: hieraan vooraf gebeurt al iets, en dat is fundamenteler dan al dat andere. Een ander verschijnt aan ons en maakt ons verantwoordelijk voor hem/haar, dwingt ons om ons te openen. Dan staan we pas werkelijk open voor de werkelijkheid, dan – in die openheid – komt onze subjectiviteit pas werkelijk aan het licht. Al het andere, die eigenwaarde en dat zelfbeeld, dat is afgeleid, een beetje vervormd. Het is niet slecht, integendeel, we kunnen niet zonder. Maar het zou goed zijn om dat steeds weer terug te koppelen op die absolute openheid ten overstaan van de ander. Dat wij verantwoordelijk zijn voor de ander, dat de ander ons bepaalt, dat is de waarheid waaruit wij leven.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dit is klare taal. Ik begrijp dat die verschijning van de ander onze verantwoordelijkheid aanspreekt. En toch, als ik het goed lees, vraagt het dus om bewustwording dat zonder die ander er geen ik is en dat is een mooie basis voor een ethiek van zorg en altruïsme. Klinkt eigenlijk vrij eenvoudig.....

      Verwijderen
    2. Het is dacht ik precies andersom: juist mét die ander is er geen ik. De ander slaat me alles uit handen. De ander zet mijn zelfbeeld, mijn wereldbeeld, op losse schroeven. Er is slechts verantwoordelijkheid. Dat is de basis. Daarna gaan we handelen, politiek bedrijven, komen we tot zelf- en wereldbeelden, ook tot een beeld en een oordeel van anderen. Komen we ook tot wetenschap en filosofie, krijgt ethiek vorm, altruïsme, liefdadigheid, solidariteit enz. Maar dwars daar onderdoor ligt die flits van mezelf tegenover de ander, en ben ik niets, verwond, verantwoordelijk, schuldig. Op die werkelijkheid wil Levinas wijzen. Daar begint wat hem betreft de werkelijkheid, en als we onszelf werkelijk serieus willen nemen, vergeten we dat nooit, en laten we ons in wat we doen voeden door dat fundamentele inzicht.

      Verwijderen
    3. Ja, dat snap ik, dat die ander me aan het wankelen brengt. En dat je niet van een vaststaand ik kunt spreken. Maar dat vereist dus wel iets, bereidheid om je open te stellen, op die enkele keer na dat je gewoon als verrassing hard getroffen wordt in het kwetsbaarste van je denkbeeldige ik. Die flits is dus een verrassing of een bewuste actie.

      Verwijderen
    4. Dat moment van geraakt worden is denk ik niet te plannen. Het is ook niet te plannen dat je verliefd raakt. Maar, wat je zegt, je kunt je wel openstellen voor de mogelijkheid. Levinas pleit ook voor een filosofie die het discours, le Dit, in verbinding brengt met le Dire, met die onderliggende laag in de werkelijkheid waarin we niet meer zijn dan de passieve ontvanger van de ander. Als niet-filosofen kunnen we ons openstellen voor het gegeven dat we uiteindelijk het leven niet kunnen plannen, sturen, regelen, maar ontvangen. En 'het leven' heeft misschien altijd wel de gestalte van de ander.

      Verwijderen
  7. Of anders gezegd: verantwoordelijk zijn voor de ander is geen kwestie van keuze of een manier om een goed mens proberen te zijn. De ander staat voor onze neus, de Syriërs trekken Europa binnen. Het gebeurt voordat we er erg in hebben. We worden, alleen door dit feit, verantwoordelijk gemaakt. Daarna gaan we oordelen: zeggen dat ze weg moeten of juist dat ze verder moeten komen. Dat is het domein van het Spreken. Dat is politiek. Maar, zegt Levinas, onontkoombaar is dat eerste moment, die ander die voor je verschijnt.

    BeantwoordenVerwijderen