vrijdag 6 november 2015

Expositie van mijn expositie

Toen ik aan deze blogserie begon, kon ik nog denken dat ik mezelf kwetsbaar opstelde, in mijn expositie aan de ander. Inmiddels weet ik wel beter. Theo Zweerman stak er al de draak mee, twintig jaar geleden: 'Je kwetsbaar opstellen, hoe moet dat? In rijen van vier?' Natuurlijk is daar het lastige probleem van de derde, de ander van de ander, waarmee de justice en de staat in het spel komen, en die rijen van vier, en veel erger nog, getuigen van het voor-de-ander, en daaraan niet in de geringste mate iets afdoen. Je kwetsbaar opstellen in rijen van vier, in Israël en daarbuiten, volgens Levinas en au delà.

Het past echter helemaal niet bij de Levinas van AE om van dat voor-de-ander een toneelstukje te maken. Lees maar de volgende regels:
II y a surenchère certes dans la signification: l'implication de l'un dans l'un-pour-l'autre de la responsabilité, surenchérit sur l'unité représentable de l'identique, mais non pas par un surplus ou un défaut de présence, mais par l'unicité du Moi - par mon unicité de répondant, d'otage à qui personne ne saurait se substituer sans transformer la responsabilité en role joué sur le théâtre. (173)
 Het gaat dus om oprechtheid, niet om theater. Terwijl wat ik hier doe zeker te maken heeft met theater. Ik beslis, hoe vaag ook, dat ik me hier voor u vertoon, dat ik - met de woorden van Zweerman ofm - iets voor u opvoer. Het lijkt er sterk op dat ik aan het opbieden ben tegen u, tegen Levinas, tegen de Levinas-lezers, in surenchèrement. En dat is niet de bedoeling, want zo pleeg ik verraad aan het voor-de-ander, dat aan elke beslissing voorafgaat, en vraagt om oprechtheid, niet om spel en theater.

Blijft daar de onmogelijkheid om me op te sluiten, ik met mijn ideeën en fratsen, in mezelf of waar dan ook, in geborgenheid, wegduikend voor die priemende blik van de ander die mij beschuldigt. Ook deze blog volstaat daarvoor niet. Integendeel, u doorziet mij en mijn spel, u begrijpt al heel gauw dat deze blog misschien wel exposition is, maar dan een expositie waarin ik wil schuilen. En dat helpt niet tegen de expositie van deze expositie.

Zet ik deze tamelijk strenge logica in tegen mijn interpretatie van Bachtin, met diens idee dat je door te lachen altijd een ontsnappingsmogelijkheid laat in het zijn, dan lijkt het erop dat Levinas die wil afsluiten. Maar je kunt zijn filosofie ook lezen in de lijn van zijn vroege essay over l'évasion, wat ik beslist nog eens moet doen. Het pour-autrui haalt ons uit het zijn, is wellicht toch ook een vorm van redding uit het zijn, redding van dat zijn vanuit ethisch oogpunt, in termen van Bachtin een 'unieke daad van verantwoordelijkheid'.

Die ethiek moet je met Levinas aanscherpen. Het gaat niet om een unieke daad, niet om een daad. Het gaat om expositie:
II fallait donc, pour que la subjectivité signifie sans reserve, que la passivité de son exposition à autrui ne s'inverse pas aussitôt en activité, mais que, à son tour, elle s'expose: il faut une passivité de la passivité et, sous la gloire de l'Infini, une cendre d'où 1'acte ne saurait renaître. (181-82)
Misschien moet je Levinas letterlijk nemen wanneer hij een roman van Dostojevski citeert, waar een van de helden zegt dat we allemaal verantwoordelijk zijn, maar ik meer dan de anderen. Levinas schrijft dan gewoon dat Dostojevski dat zegt, hij legt de woorden van het personage in de mond van Dostojevski, alsof het zijn brood is dat hij aan de ander geeft. Schijnbaar een theatrale daad, maar naar zijn filosofische bedoeling een 'expositie van de expositie':
Dire ainsi, c'est faire signe de cette signifiance même de l'exposition; c'est exposer 1'exposition au lieu de s'y tenir comme dans un acte d'exposer. (182)
Dat is dus de bedoeling. Niet blijven hangen in de expositie, maar die expositie op zijn beurt weer exposeren. Geen rustpunt, altijd maar weer door.

Misschien is het de datumstructuur van deze blogs die me hierbij helpt, bij het niet vasthouden aan de expositie. Ik exposeer de expositie, laat zien - naar goede Russische avantgardetradities - dat ik exposeer, waarmee het hele theater voor uw ogen in puin valt. Onhoudbaar, dit, als spel. Geen tragedie, geen komedie. Want er is geen fatum dat het personage tot iets of niets reduceert. Fatum, dat is het zijn. In plaats daarvan dus het voor-de-ander, maar niet als theater.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten